Varkenshouderij verlaat LTO en krijgt één landelijke spreekbuis
De Nederlandse varkenshouderij krijgt definitief één belangenorganisatie. Dat hebben de leden van de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV) maandagavond besloten tijdens een vergadering in Westervoort.
Het besluit betekent dat de sector zich terugtrekt uit LTO Nederland, de gezamenlijke belangenorganisatie van de Nederlandse land- en tuinbouw. Eind dit jaar zal daartoe de LTO-vakgroep varkenshouderij worden opgeheven, bevestigde vakgroepvoorzitter Eric Douma dinsdagmorgen.
Ook de Nederlandse Vakbond Varkenshouders (NVV) houdt op te bestaan, zo is de bedoeling. De vakbond werd in 1994 door de legendarische boerenactieleider Wien van den Brink opgericht als radicale tegenhanger van LTO. De afgelopen jaren groeiden NVV en de LTO-vakgroep varkenshouderij echter steeds meer naar elkaar toe. „Onze leden drongen daar op aan”, zegt NVV-woordvoerster Caroline van der Plas.
Een stevige duw om in één schip te komen was het besluit van het tweede kabinet-Rutte om de productschappen op te heffen. Dat leidde in 2013 tot de oprichting van de POV, die een aantal privaatrechtelijke taken van het vroegere Productschap Vee en Vlees overnam. Gisteravond werd besloten ook de belangenbehartiging bij de POV onder te brengen.
De POV telt 2500 leden, die samen goed zijn voor 80 procent van de Nederlandse varkensstapel. Gisteravond is een 24 leden tellend overgangsbestuur samengesteld, van wie de helft afkomstig uit de LTO-vakgroep en de andere helft uit de NVV. LTO en NVV brengen beide 1 miljoen euro in om het vermogen van de POV te versterken.