Kritiek op Defensie en Sociale Zaken op Verantwoordingsdag
Het kabinet laat zich erop voorstaan dat de criminaliteit is teruggedrongen en de wachtlijsten in de zorg zijn afgenomen, maar de Algemene Rekenkamer komt met kritiek op ministers De Geus (Sociale Zaken) en Kamp (Defensie).
Dat blijkt uit de stukken van Verantwoordingsdag, de derde woensdag in mei, als de bewindslieden moeten aangeven wat er terecht is gekomen van goede voornemens die zij anderhalf jaar eerder op prinsjedag bekend hebben gemaakt.
De Rekenkamer beoordeelt of het kabinet op een correcte manier de informatie aandraagt, maar laat een oordeel over het wel of niet halen van doelstellingen van beleid aan de Tweede Kamer. Niettemin draagt zij ook munitie aan waarmee de Kamerleden later de bewindslieden kunnen bestoken.
Zo moet Defensie aan de strengste eisen voldoen waar het gaat om beheer van wapens en munitie, maar het komt voor dat wapens niet zijn geregistreerd en dat niet op lijsten wordt ingevuld wie de wapens in bruikleen heeft. Minister Kamp trekt zich de kritiek aan en heeft ’verbeterplannen’ gemaakt.
Ook minister De Geus krijgt kritiek, maar die is het daarmee niet eens. De Geus vindt dat hij wel degelijk voldoende toezicht uitoefent op het Centrum voor Werk en Inkomen, de organisatie van de arbeidsbureaus nieuwe stijl, en op het UWV, dat belast is met de uitvoering van WAO en WW.
De Rekenkamer is milder in de kritiek op ander ministeries. Wel stelt ze vast dat instanties die zelfstandig wettelijke taken uitvoeren zoals onderwijsinstellingen, niet altijd goede informatie aanleveren om te beoordelen of ze hun werk goed doen. Bovendien nuanceert de Rekenkamer kritiek op het niet correct naleven van regels door te stellen, dat dit soms ook aan de regels kan liggen, omdat die het „onmogelijke vragen" van de uitvoerders van het beleid.
Het is de tweede keer, dat het kabinet op deze manier verantwoording moet afleggen aan de Tweede Kamer. In 2001 kwamen de ministeries voor het eerst met begrotingen ’nieuwe stijl’. Ze gaven niet alleen aan hoeveel ze zouden gaan uitgeven, maar ook wat ze wilden bereiken met het beleid en hoeveel dat dan zou moeten kosten. Anderhalf jaar later, in 2003, legden ze daarover verantwoording af.
Dit jaar moest onder meer duidelijk worden of meer geld voor politie en rechtbanken daadwerkelijk zou leiden tot afname van criminaliteit. Deze nieuwe stijl van werken staat nog steeds in de kinderschoenen, want bij lang niet alle uitgaven van het Rijk wordt dit op deze manier aangegeven.
Minister Zalm (Financiën) bood woensdag de verantwoording van de ministeries aan de Kamer aan. Daaropvolgend deed president Stuiveling van de Algemene Rekenkamer hetzelfde met haar stukken.
Zalm gaf aan dat hij nog niet helemaal tevreden is over de verantwoording. In zijn ogen moeten de stukken nog duidelijker en minder dik worden. Hoewel zal een groot voorstander is van de antwoordingsdag, moet deze operatie niet ontaarden in „cijferfetisjisme"
Hij schetste verder een weinig vrolijk beeld van het jaar 2003, waarin Nederland met een fors hoger begrotingstekort te maken kreeg. Hij waarschuwde wel dat het kabinet niet alles in de hand heeft en dus niet op alles afgerekend kan worden. Zo heeft volgens hem de wereldhandel een grote invloed op de Nederlandse economie en de oplopende werkloosheid.