Volgens DENK staat het als een paal boven water dat Simons na haar onverwachte vertrek in december niet meer van plan was te komen werken in haar functie als communicatieadviseur bij de partij.

De rechter in Amsterdam bepaalde maandag echter dat Simons geen schadevergoeding hoeft te betalen aan de stichting achter haar voormalige politieke partij DENK. Die eiste in totaal 62.000 euro omdat ze zich niet aan haar opzegtermijn zou hebben gehouden en haar geheimhoudingsplicht zou hebben geschonden door zich negatief uit te laten over DENK.

Dat Simons op 24 december vorig jaar een e-mail stuurde waarin ze aangaf dat ze zich terugtrok als kandidaat-Kamerlid voor DENK, betekent volgens de rechter niet dat de stichting achter de partij mocht aannemen dat zij ook haar arbeidsbijeenkomst wilde beëindigen.

Het ontslag op staande voet van Simons was volgens de rechter niet rechtsgeldig. Daarom moet de stichting Simons een vergoeding van een kleine 5000 euro aan salaris en enkele toeslagen betalen.

Verder stond het Simons volgens de rechter vrij zich kritisch uit te laten over de keuzes en denkbeelden van de partij. Ze heeft het in haar arbeidscontract „zeer vaag geformuleerde” geheimhoudingsbeding dan ook niet geschonden. Een kandidaat-Kamerlid moet volgens de rechter bovendien kritisch kunnen zijn.

Simons vertrok omdat ze zich naar eigen zeggen niet meer kon vinden in de stijl van DENK. Daarop richtte ze een nieuwe partij op: Artikel 1.

DENK is tevreden dat de rechter heeft beslist dat oud-campagneleider Ian van der Kooye wél een schadevergoeding moet betalen. Hij vertrok samen met Simons om verder te gaan met Artikel 1.