LTO: Boeren moeten zelf investeren
Vernieuwing en milieu- en diervriendelijke productie zijn nodig om de land- en tuinbouw een toekomst te geven in Nederland. Volgens landbouworganisatie LTO heeft de Nederlandse landbouw „een goede uitgangspositie”, maar zal ze constant in de weer moeten blijven om die te behouden.
LTO-voorzitter Doornbos pleit in het dinsdag verschenen jaarverslag van de landbouworganisatie over 2003 voor „positieve aandacht van de overheid” voor de land- en tuinbouw en roept de sector zelf op te investeren in de toekomst. Dat is onder meer nodig wegens de stagnerende economie en de „achterstand” die Nederland aan het oplopen is in de concurrentieslag met omringende landen wat betreft loonkosten en administratieve lasten. „Een land zonder boeren is als een school zonder kinderen en als een weiland zonder koeien”, waarschuwt Doornbos.
Het jaarverslag wisselt de overzichten van de vakgroepen als rundveehouderij en fruitteelt af met de presentatie van de prijswinnaars van het ”Ei van Columbus”, de innovatieprijs van het Rijk.
Vernieuwing en duurzaamheid zijn volgens de landbouworganisatie de „rode draad” voor de landbouw. Daarbij constateert LTO wel een verschuiving van de aandacht binnen de sector. „Lag het accent de voorbije tien jaar op de verandering naar een meer duurzame land- en tuinbouw, nu draait het meer om het inkomen van de agrarische ondernemers, ondernemingsklimaat en bedrijfsrendement.”