Met de kinderen samen bidden om bewaring
Al in de verkeringstijd wist Ria Marijs (nu 59) uit Arnemuiden dat ze er vaak alleen voor zou staan. Haar vriend was visser en dat betekende dat hij elke week van maandag tot en met vrijdag of zaterdag op zee zat. „Gelukkig ben ik een vrij zelfstandig type.”
Ook later, toen de kinderen kwamen, was haar man er weinig. „Daarbij kwam dat ik hem niet, zoals tegenwoordig wel het geval is, zomaar per telefoon kon bereiken. Wel bestond er een zogenoemde visserijband. Mijn man kon een boodschap inspreken die wij dan weer via de radio af konden luisteren. Het was fijn om wat te horen, zodat je wist dat het goed met hem ging. Vooral als het onstuimig weer was.
Als vrouw van een schipper ben je sowieso altijd veel met het weer bezig. Ik vond het vooral eng als het mistte.” Toch maakte ze zich soms ook wel voor niets zorgen. „Dan was het op het land mistig, maar bleek er op zee niets aan de hand.”
Dat waren wel de tijden dat ze met de vijf kinderen aan tafel God bad om Zijn bewarende hand. „Natuurlijk, er kan je op het land ook wat gebeuren, maar zo op zee ben je net weer wat meer aan de elementen overgeleverd.”
Nu haar man vanwege zijn leeftijd gestopt is met varen, hoort ze soms verhalen, waarvan het maar goed is dat ze die vroeger niet wist. „Hij vertelt dan bijvoorbeeld dat hij een paar keer heeft meegemaakt dat collega’s overboord sloegen, maar gelukkig gered konden worden. Als je dat tot je laat doordringen, besef je helemaal het wonder dat hij al die jaren gespaard is gebleven.”