Opinie

Grote strafzaken niet afdoen met bestuurlijke boete

De rechter moet niet zo vaak buitenspel worden gezet. Dat zegt de Raad voor de rechtspraak bij monde van voorzitter Bakker. Te veel zaken worden door het openbaar ministerie afgedaan met een boete, soms zelfs met megaboetes.

Hoofdredactioneel commentaar
20 April 2017 10:00Gewijzigd op 16 November 2020 10:20
beeld Henk Visscher
beeld Henk Visscher

Bakker wijst erop dat het belangrijk is dat de samenleving kan zien en controleren dat er in strafzaken recht wordt gedaan. Dat kan alleen als de rechter nagaat of er strafbare feiten zijn gepleegd, en zo ja, daarbij een passende straf oplegt.

Het bezwaar van de Raad voor de rechtspraak snijdt hout. Ook al is het begrijpelijk dat het openbaar ministerie soms kiest voor een schikking, dat bevordert de transparantie niet. Het schept een beeld van onderonsjes tussen de magistratuur en de malversant. Zeker is dat het OM dat niet wil. Zeker is ook dat nog altijd officieren van justitie in ons land als onkreukbaar te boek staan. Maar onbedoeld kan er een sfeer ontstaan van ”het regelen onder elkaar”. Dat roept verkeerde gedachten op en ondergraaft op de langere termijn het vertrouwen in de rechtsstaat.

Dat geldt vooral als er sprake is van een schikking die wordt getroffen met een groot bedrijf of financiële instelling die zich bedient van topjuristen, terwijl de kleine ondernemer, zeg maar de gewone man, zich voor de rechter moet verantwoorden.

Behalve dit is er nog een belangrijk bezwaar tegen het afdoen van een zaak met een bestuurlijke boete. Er is binnen het rechtsbestel in ons land een duidelijke rolverdeling: het openbaar ministerie klaagt aan, de rechter beoordeelt of de aanklacht terecht is. Die scheiding is essentieel. Wie daaraan tornt, begeeft zich op een gevaarlijk pad. Er zijn voorbeelden uit andere landen dat het gevaar van een zekere willekeur groot is.

Derde punt is dat het belangrijk is voor de gewetensvorming van de burger dat rechtszaken in het openbaar plaatsvinden. Daardoor kunnen mensen niet alleen beoordelen of de rechtsgang eerlijk is, maar een openbare rechtszaak scherpt ook mensen op dat het overtreden van de wet niet ongestraft blijft.

Dat geldt overigens ook voor de overtreder zelf. Ieder die weleens voor een verkeersovertreding voor de rechter moest verschijnen, weet dat dit meer impact heeft dan wanneer je als automobilist thuis een brief ontvangt voor een verkeersovertreding en na het openen van de envelop ziet dat je een boete moet betalen. Over het laatste wordt doorgaans veel minder nagedacht dan over een bezoek aan de rechtszaal.

Dit alles betekent natuurlijk niet dat het openbaar ministerie geen bestuurlijke boetes meer kan opleggen. Indien het met elke zaak naar de rechter zou moeten, zou onze rechterlijke macht zwaar overbelast raken. Dat wil niemand.

De waarschuwing van de Raad voor de rechtspraak is echter wel een belangrijk signaal. Het openbaar ministerie moet kieskeuriger worden in de zaken die het afdoet met een schikking en de kwesties die het voorlegt aan de rechter. Dat zullen de wetsovertreders misschien niet zo leuk vinden, maar de samenleving is daar beslist mee gediend.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer