De was binnenhalen kost je het leven in Rafah
Van haar moeder mocht ze niet het dak op, vanwege het schieten. Asma Mughayer ging toch, om de was binnen te halen. ‘Maak je geen zorgen, ik zal voorzichtig zijn’, stelde de 16–jarige Palestijnse haar moeder gerust. Even later was ze dood, net als haar 13–jarige broertje Ahmed, die mee was gelopen om de duiven op het dak te voeren. Beiden werden in het hoofd getroffen.
Het drama gebeurde kort na het ontbijt, in het Palestijnse vluchtelingenkamp Rafah in de Gazastrook. Het Israëlische leger begon dinsdag aan een groot offensief, bedoeld om wapenvoorraden op te sporen, gewapende extremisten uit te schakelen en smokkeltunnels naar Egypte te vernietigen. Het offensief heeft zeker negentien Palestijnen het leven gekost.
Het kostte de familie Mughayer bijna een uur om de lichamen van Asma en Ahmed naar binnen te krijgen. ‘Door het geweervuur moest ik kruipend het dak over’, zegt hun broer Ali (25). ‘Ik heb hen uiteindelijk naar binnengekregen, maar het kostte veel moeite.’ Urenlang lagen de lichamen in huis, in afwachting van een ambulance die ze naar het ziekenhuis zou brengen.
De wijk Tel Sultan, waar de gevechten plaatsvonden, was door de gevechten nauwelijks bereikbaar voor ambulances. Volgens bewoners versperde het Israëlische leger bewust ambulances de doorgang, maar het leger sprak dat tegen. Het mortuarium van het Abu Yousef Al Najar–ziekenhuis in Rafah zat vol. Nieuwe lijken werden in witte kleden gewikkeld en buiten neergelegd, naast een falafelkraam.