Meer nieuwbouw nodig om slinkend woningaanbod
Het woningaanbod daalt hard door de enorme vraag naar koophuizen. „De komende kabinetsperiode moet er echt werk worden gemaakt van de opgave om jaarlijks 80.000 nieuwbouwwoningen te realiseren, met name in en rondom de steden”, zei de voorzitter van makelaarsorganisatie NVM Ger Jaarsma donderdag in een toelichting op de nieuwste woningmarktcijfers.
Bij NVM-makelaars staan nu nog zo’n 79.000 woningen te koop, oftewel bijna een derde minder dan een jaar geleden. Vooral bij appartementen is het hard gegaan. Daarvan worden er bijna de helft minder aangeboden. Huizen die op de markt komen zijn ook steeds sneller weg. De gemiddelde looptijd bedraagt nu 77 dagen. Dat is 31 dagen minder dan vorig jaar.
Intussen nemen de verkoopaantallen nog steeds toe, al trekt de markt niet meer zo hard aan als een tijdje terug. Werden er in de afgelopen kwartalen op jaarbasis steeds 15 tot 20 procent meer woningen verkocht, dat is nu teruggelopen naar een verkoopplus van ruim 10 procent.
Dit laatste wordt vooral veroorzaakt door een daling van de verkoopaantallen in de regio’s die bekendstaan als oververhitte gebieden. In Amsterdam, Haarlem, Utrecht, Amersfoort en Groningen werden simpelweg te weinig woningen te koop gezet, constateren de makelaars.
Wie een huis zoekt is ook steeds duurder uit. De prijs van de circa 38.700 woningen die in het eerste kwartaal bij de NVM van eigenaar verwisselden lag een kleine 9 procent hoger dan in dezelfde periode vorig jaar.
De nieuwbouw ligt overigens niet helemaal stil. Afgelopen twaalf maanden zijn er circa 32.000 nieuwbouwwoningen in Nederland te koop gezet, vooral in de Randstad. „Toch is de nieuwbouw bij lange na niet genoeg om aan de vraag naar woningen in Amsterdam en Utrecht te voldoen. Dit vertaalt zich in grote krapte op de markt en forse prijsstijgingen”, aldus Jaarsma.
Het nieuwe kabinet moet vooral rust brengen op de woningmarkt, vindt de NVM. Dat betekent onder meer niet te veel morrelen aan de leennormen en stevig inzetten op nieuwbouw. Jaarsma wil ook meer investeringen in infrastructuur, met name om het woonwerkverkeer te verbeteren en om krimpgebieden weer aantrekkelijker te maken.