„ACM zal scherp kijken naar fietsfusie”
Gazelle-eigenaar Pon zal volgens marktkenners de nodige hordes moeten nemen om de overname van Accell, het moederbedrijf van onder meer Batavus en Sparta, tot een goed einde te brengen. Met name in Nederland zal de Autoriteit Consument & Markt (ACM) vermoedelijk scherp kijken of er voor de consument genoeg te kiezen overblijft.
„Ik denk dat door deze stap wel wat wenkbrauwen omhoog gaan bij de ACM”, zei analist Frank Claassen van zakenbank Degroof Petercam, die het beursgenoteerde Accell al geruime tijd volgt. Hij schat het gecombineerde marktaandeel van Pon en Accell in Nederland op ruwweg 40 tot 50 procent. „Er komt een echt powerhouse te staan, zeker op het gebied van e-bikes.”
Zijn collega Joost van Beek van Theodoor Gilissen voorziet eveneens een kritische blik van de toezichthouder. Pon krijgt samen met Accell zo’n sterke marktpositie, dat het hogere prijzen af kan gaan dwingen. „Ik denk niet dat dat het uitgangspunt is van deze fusie, maar het is wel iets waar de de ACM scherp naar zal kijken”, zei hij.
Van Beek wijst erop dat de twee fietsenmakers bij gebrek aan eigen verkoopkanalen nog altijd sterk afhankelijk zijn van kleine winkeliers om hun producten aan de man te brengen. „Ze kunnen het zich niet veroorloven om die voor het hoofd te stoten door opeens veel hogere prijzen te gaan vragen”, denkt de marktvorser.
De voordelen van de samensmelting moeten volgens beide analisten vooral worden gezocht in gezamenlijke inkoop. Door samen op te trekken richting toeleveranciers kunnen Pon en Accell profiteren van aanzienlijke schaalvoordelen. Dat kan helpen een vuist te maken tegen concurrenten uit Azië waar de productiekosten lager liggen, aldus Van Beek.
Daarmee ontstaat volgens Claassen ook meer ruimte voor investeringen in onderzoek en ontwikkeling. Op die manier kan de overname helpen om innovatieve producten sneller op de markt te krijgen. Vooral bij de e-bikes, waar de consument steeds hogere eisen aan stelt, is dat erg belangrijk. Van Beek sluit niet uit dat lagere inkoopprijzen zich deels vertalen in lagere winkelprijzen.