De Amerikaanse president Donald Trump gaat dat donderdag en vrijdag meemaken als hij op ‘zijn’ Camp David, het super-de-luxe golfresort Mar-a-lago in Florida, Xi Jinping ontvangt, de president van China.

Geen misverstand: Xi gaat meedogenloos met zijn tegenstanders om. Maar dat gebeurt dan in achterkamertjes en via het creëren van corruptieschandalen. Van Trump zijn we dat anders gewend. De afgelopen maanden werden de Chinezen al behoorlijk door hem geschoffeerd.

Voor het oog van vele honderden camera’s zal Trump zich donderdag en vrijdag in toom moeten houden. Gelukkig staat hij er niet alleen voor en heeft hij zijn schoonzoon aan zijn kant: Jared Kushner, getrouwd met Ivanka Trump. Het gerucht gaat dat de superrijke vastgoedmagnaat Kushner Trumps officieuze buitenlandman is. In het bijzonder zou dat zo zijn in de contacten met China. Al eerder corrigeerde Kushner zijn schoonvader toen die liet weten „geen boodschap te hebben” aan Amerika’s ”Een-Chinabeleid” (dat Taiwan niet als een autonome staat, maar als een afvallige Chinese provincie ziet).

De rol van een schoonzoon-zakenman in het landsbestuur moet Xi bekend voorkomen: de Chinese politiek is vergeven van zogenaamde ”rode prinsen”, zoontjes van partijbonzen die de regeringsgebouwen in Peking in en uit lopen.

De politieke druk op Trump om Xi tijdens zijn bezoek hard aan te pakken –„get tough on China”– is groot. Ook vanwege zijn recente binnenlands-politieke nederlagen (denk aan het niet weg kunnen krijgen van Obamacare) kan Trump wel wat compensatie gebruiken.

Vooral de scheefgroei van de handelsbalans tussen China en de VS zit Trump dwars, want die heeft Amerika banen gekost. Hoge invoerheffingen op Chinese import is waarmee Trump nu dreigt, maar erg verstandig is dat niet: in de VS hebben bedrijven en burgers die goedkope import nodig.

Dit neemt niet weg dat er tussen de VS en China een enorme scheefgroei is: China is nog altijd het meest gesloten land van de G20 als het gaat om investeringen en het toelaten van buitenlandse import.

Om die markt open te breken hebben de Amerikanen weinig andere opties dan het op hun beurt paal en perk stellen aan Chinese investeringen in de VS.

Dilemma daarvan is dat Trump die investeringen goed kan gebruiken om zijn belofte van banengroei waar te maken. Chinese bouwbedrijven en soortgelijke investeerders in infrastructuur (wegen, bruggen, vliegvelden) vinden in eigen land steeds minder emplooi en speuren elders naar nieuwe mogelijkheden. Ook Xi Jinping zoekt investeerders voor zijn megakostbare bouwprojecten in het buitenland.

Daarom zou ”infrastructuur” weleens hét woord kunnen worden dat tijdens het golfen op Mar-a-Logo het vaakst wordt gefluisterd. Beetje saai woord, maar: nuttig.