Weg naar winters Samoëns
Wakker worden in een alpendorpje door het geluid van de kerkklok in plaats van wakker liggen van dreunende après-skimuziek? Daarvoor is het in Samoëns perfect toeven. Op skiresorts als vakantiefabrieken lijkt het Franse skidorp in de Haute-Savoie totaal niet. En je kunt er ook nog fietsen – door de sneeuw.
In de verte, onder het wolkendek, ligt Genève. Samoëns ligt slechts een uurtje rijden ten oosten van de Zwitserse stad, in het departement Haute-Savoie, en niet ver van de Italiaanse grens. „Als er geen bewolking is, kun je de hele stad en zelfs het Meer van Genève zien”, vertelt ski-instructeur Thibault Sollier, terwijl hij tussen de dennenbomen door naar een verstopte vallei tussen de bergen wijst. Zonnestralen weerkaatsen het wit van de dikke sneeuwmantel en Thibault zet zijn reflecterende skibril weer op.
Er heerst rust in het skigebied van Samoëns. Geen stilte, daarvoor zijn er te veel andere wintersporters op de piste, maar wel kalmte. Zoals het wolkendek het dal afsluit, zo zit ook de deur naar het drukke dagelijkse leven even dicht. Dat effect hebben de bergen blijkbaar.
Vanaf het vliegveld van Genève ben je met een transferbusje binnen een uur in Samoëns. Een halfuurtje verder en je staat al boven op de sneeuwhelling – en daarmee in een totaal andere, witte wereld. Nu de Nederlandse winters maar weinig sneeuw bieden, voelt een plek als deze extra magisch. Hier, op 1600 meter hoogte, is het kraakhelder en in de wijde omtrek prikken de bergtoppen door de wolken heen in de blauwe lucht.
„Eigenlijk zijn we nog helemaal niet zo hoog, want we staan nog maar in het beginnersgebied. Straks gaan we naar de 2000 meter”, zegt Thibault. Het skigebied van Samoëns is onderdeel van het wintersportoord Grand Massif. Dat bestaat uit 144 pistes, waarvan het merendeel blauw. „Er is hier een erg leuk restaurant met geweldig uitzicht dat ik je wil laten zien. Alleen moet je daarvoor wel flink met de stoeltjeslift naar boven en via de steile piste naar weer beneden. Durf je dat aan?” vraagt Thibault met een grijns.
Steengoede traditie
Eerst maar even een intermezzo in het dorp. Samoëns heeft een lange traditie van steenbewerking. De witgetopte bergen zijn niet alleen rijk aan zachte skisneeuw: ze werden al voordat wintersport überhaupt werd uitgevonden gebruikt om leisteen te winnen. De steenhouwers van Samoëns trokken voor ieder bouwproject met hun pikhouwelen de bergen in om grote grijze leisteenblokken uit te hakken.
Pierre Bianco nam het beroep van steenhouwer over van zijn vader en grootvader. In zijn sierlijke houten alpenwoning valt direct een klokkenspel op dat hij zelf maakte van hout en leisteen. „Klokken zijn nu mijn specialiteit, samen met steengravures van bloemen. Maar voor mijn pensioen had ik samen met mijn broertje een bouwbedrijf”, vertelt de steenhouwer. Helaas sterft het eeuwenoude beroep langzaam uit. Bianco: „Het is een moeilijk vak waarvoor drie dingen belangrijk zijn: je hoofd, je handen en je hart. Het hart voor het ambacht ontbreekt hier helaas bij veel jongeren.”
De sporen van dat verleden blijven gelukkig wel zichtbaar in Samoëns. Waar veel gebouwen in de Alpen grotendeels van hout gemaakt zijn, staan er hier in het autovrije dorpscentrum vooral stenen huizen. Voor het mooiste voorbeeld moet je in de kerk zijn, waar de normaal dofgrijze leistenen bewerkt zijn tot marmerachtige zwarte bouwblokken. Boven de kerk torent de top van de L’aiguille de Criou uit, als een wakende reus. De zon is inmiddels achter de bergen gezakt en de schemer treedt in. Tijd voor actie: fietsen in de sneeuw.
Donker bos
Sneller dan 30 kilometer per uur race ik even later door het donkere dennenbos, de sneeuwpaden enkel verlicht door de witte lamp voor op de stuurstang. Nu de zon op één oor ligt, voelt het bos compacter en mysterieuzer dan bij daglicht. Bovendien zitten de meeste mensen binnen en de enige geluiden zijn het geknisper van banden door de sneeuw en het ratelen van fietskettingen. De 10 centimeter dikke rubberbanden van mijn ”fatbike” hebben door het diepe profiel perfecte grip op de wat bevroren sneeuwlaag. Door die dikke banden zijn de speciale mountainbikes extra goed toegerust op winterse omstandigheden.
„Hier naar rechts, dan gaan we langs het water!” roept Bertrand Morretton van fietsbedrijf Mountain Spirit naar achteren. Om de bocht glimmen ijsschotsen in het licht van de fietsen, een klein beekje wurmt zich dapper door de openingen in het ijs. Het pad op de oever is smal. Links stroomt het koude water, rechts staat een dichte berkenbomenrij. Voorzichtigheid geboden dus.
„Voor Nederlanders is dit geen probleem toch? Jullie fietsen altijd overal naartoe!” lacht Bertrand, terwijl hij met zijn fiets over een sneeuwheuvel rijdt en een sprongetje maakt. Hij heeft gelijk, maar het is wel even oefenen. Sommige paden zijn wat bevroren door ijzel en mijn achterband glijdt een paar keer weg. Bij een soort rotonde van sneeuw ploeg ik mijn fatbike dwars door het midden, waarbij de banden voor de helft in het dikke pak wegzakken. Maar na ongeveer twintig minuten zijn zelfs de dikste sneeuwlagen geen probleem meer. Wanneer Bertrand vraagt of we willen stoppen voor glühwein, hebben alle fietsers hetzelfde antwoord paraat: lekker doorfietsen!
De gedachten dwalen alvast naar de afdaling van morgen. Nu dit zo goed gaat, is skiën naar het pisterestaurant ook geen punt. Toch?
Rode piste
Instructeur Thibault is er in ieder geval klaar voor. Glimlachend kijkt hij uit het raam van de cabinelift. „De sneeuw is super vandaag en de zon schijnt ook nog. Ideaal weer om te skiën”, zegt hij. Via een brede blauwe piste zoeft Thibault naar beneden en nodigt ons uit om hem te volgen. Aan het einde van de piste bevindt zich namelijk een stoeltjeslift naar de helling richting het restaurant. In het bakje van de lift heerst weer die rust, terwijl je toch midden in het skigebied zit. Het uitstapstation is het laatste punt voor de hoogste piste. „Helemaal omhoog gaan we niet, want dan komen we niet bij het restaurant. We nemen deze rode”, zegt Thibault terwijl hij zijn reflecterende bril opzet.
Dan is het nu toch echt tijd om naar beneden te zoeven. Aarzelend maar zeker glijden de ski’s richting het dode punt van de rode piste. Om het allemaal nog spannender te maken, is er aan het einde van de haast kaarsrechte helling een afgrond. Diep ademhalen en gaan! Gezoef van ski’s in de sneeuw klinkt ongeveer tien seconden, daarna is alles wit. „Gaat het goed? Dat was een harde smak”, zegt Thibault. Op ongeveer 2 meter gaapt de afgrond. Gelukkig geen pijn, maar wel schrik. „Kom, we proberen het nog een keer. Onder aan de volgende afdaling staat het restaurant!” roept Thibault, terwijl hij al vooruit skiet. Hij houdt halt bij een houten gebouw dat uitkijkt over het brede dal. Op de veranda genieten skiërs van de zon die reflecteert in de berghelling. Voorzichtig ski ik richting helling nummer twee. Tja, voor zo’n lunchplek moet je misschien wat blauwe plekken overhebben.
samoens.commountainspirit-sports.com
Korte trip
Wel van de sneeuw genieten, maar liever niet te veel geld kwijt zijn? Een reis naar een winterwonderland hoeft niet veel te kosten. Met de auto gaan is natuurlijk altijd een optie, maar tegenwoordig is vliegen vaak een stuk goedkoper – en sneller. In het geval van Samoëns vlieg je in ongeveer een uur van Amsterdam naar Genève (vanaf 90 euro retour). Toch liever rijden? Amsterdam en Samoëns liggen op ongeveer 1000 kilometer afstand van elkaar.
Veel hotels bieden betaalbare overnachtingen en skipassen aan. Het is raadzaam om behalve op de bekende boekingswebsites ook een kijkje te nemen op de internetsites van lokale VVV’s en van hotels zelf. Regelmatig staan daar speciale deals of pakketten op. Voor een kort verblijf in Samoëns met z’n tweeën van bijvoorbeeld vijf dagen kun je vanaf ongeveer 650 euro terecht voor skiën en slapen.
Een winterreis is niet enkel voor wintersporters weggelegd. Er is buiten skiën meer dan genoeg te beleven in een wintersportoord. Lekker wandelen door de besneeuwde dennenbossen bijvoorbeeld. Of zet een fietshelm op voor een ritje op een fatbike. Bijkomend voordeel: je hebt geen dure skipas en -uitrusting nodig.
Eten en drinken
Na een inspannende skidag kun je in Samoëns goed eten. Er zijn meerdere restaurants waar je naast bekende gerechten ook verrassende lokale specialiteiten kunt proeven. Dat laatste is trouwens een aanrader. De Haute-Savoie staat bekend om de traditionele kaasfondue en smaakvolle wildgerechten. Bijzonder voor het gebied is ”soupe châtrée”, een soort stoofpot met veel kaas en brood. Een leuke plek om met kinderen te eten is La Fandioleuse, een crêperie met tientallen bijzondere pannenkoeken voor jong en oud.