Kerk & religie

Wil

Genesis 17:1

Heinrich Bullinger
27 March 2017 09:38Gewijzigd op 16 November 2020 10:08

„Ik ben God, de Almachtige. Wandel voor Mijn aangezicht, en zijt oprecht.”

Wat is de wil van God en hoe kunnen en mogen we voor Hem wandelen, dat wil zeggen ons doen en laten naar Zijn wil richten? Dat legt Hij met duidelijke woorden uit, zeggende: „En wees oprecht.” Dat is: behoorlijk, getrouw en heilig van wandel, onberispelijk voor Mij. Dat is een vast, louter geloof en daarbij een onschuldig, vroom, heilig leven. Dat is de oprechte, redelijke, trouwe, rechte en enige wil en weg van alle heiligen, die zij voor God gewandeld hebben.

Zo betuigt ook Mozes: „Nu dan Israël, wat eist de Heere uw God van u, dan de Heere uw God te vrezen, in al Zijn wegen te wandelen en Hem lief te hebben, en de Heere uw God te dienen met uw ganse hart en met uw ganse ziel” (Deuteronomium 10). Zo spreekt ook de profeet Micha: „Hij heeft u bekend gemaakt, o mens! wat goed is; en wat eist de Heere van u, dan recht te doen en weldadigheid lief te hebben en ootmoedig te wandelen met uw God?” (Micha 6).

Hier wordt aan geen ceremonies, kerkpraal of menseninzettingen gedacht. Dit is de Gode welgevallige godsdienst, dat wij de enige God in alle dingen en te allen tijde als de enige ware en rechte oorsprong van alle goed met vast geloof aanhangen en ons beijveren in een vroom leven naar Zijn wil te leven.

Heinrich Bullinger,

predikant te Zürich

(”Het verbond”, 1537)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer