Herders
Jeremia was als een herder die had gezocht zijn schapen te leren kennen. De toestand van Israël was hem nauwkeurig bekend. Hij volgde de les van Salomo, die zegt: „Zijt naarstig om het aangezicht uwer schapen te kennen.” En Paulus gaf bij het afscheid van Efeze de verantwoording dat hij dag en nacht niet had opgehouden over zijn kudde te waken.Als herders bezorgen goede predikanten de schapen een goede weide, opdat zij eten en vet worden. Zij verzorgen ze met alles wat ze nodig hebben en waken voor de plaatsen waar vergiftige kruiden groeien. Als herders hebben zij de schapen lief en ze hebben een teer hart voor de zwakken, zoals er van de grote Herder Jezus staat dat Hij de lammeren in Zijn armen vergaderde. En zoals Paulus, die ineenkromp als hij aan zijn gemeenten dacht. „Dan overvalt mij de zorg van al de gemeenten”, zegt hij. Als een herder leiden zij de schapen met hun stem en hun stok. Zij roepen met de stem: „Dit is de weg, wandelt hierin.” Als herders en leidslieden gaan zij de schapen voor. Daarom worden ze voorgangers genoemd. Zij verdedigen, bewaren en beschermen de schapen tegen verscheurend gedierte.
Zo beschermt een goed predikant zijn gemeente tegen de smaad van boze mensen. Daarom konden die zware wolven niet eerder dan na Paulus’ vertrek uit Efeze in de kudde inbreken.
Joh. Groenewegen, predikant te Werkendam (Verzameling van 14 predikatiën, 1766)