Volgens KWF worden rokers onjuist voorgelicht over de werkelijke schade die roken kan aanrichten. De aangifte van KWF richt zich op de tabaksproducenten Imperial Tobacco Benelux, British American Tobacco, Philip Morris en Japan Tobacco International.

Er is aangifte gedaan van zware mishandeling met de dood tot gevolg en van valsheid in geschrifte. De aangifte van valsheid in geschrifte doet het KWF omdat de tabaksproducenten opzettelijk de verplichte testen zouden manipuleren die de uitstoot van schadelijke en verslavende stoffen van sigaretten meten.

Die manipulatie vindt volgens KWF plaats door de sigaretten op cruciale plaatsen van minuscule gaatjes te voorzien,waardoor de testapparatuur lagere concentraties schadelijke en verslavende stoffen meet dan de werkelijke uitstoot is. In de praktijk inhaleert een roker daarmee niet de testwaarden, maar de werkelijke hogere waarden. De werkelijke uitstoot ligt in het algemeen ruim boven de toegestane Europese en wettelijke normen. Sigaretten zijn daarmee schadelijker en meer verslavend dan de producenten doen voorkomen, meent KWF.

KWF sluit zich met de aangifte aan bij twee slachtoffers van roken Anne Marie van Veen en Lia Breed, en Stichting Rookpreventie Jeugd die al eerder een zaak tegen de tabaksproducenten hadden aangespannen.