Minister Veerman van Landbouw zal volgende week in een beleidsbrief aan het kabinet zijn plannen voor het nieuwe mestbeleid uiteen zetten. Dat is nodig omdat Europa het huidige beleid onderuit haalde. Om straks strikt te voldoen aan de zogenoemde Europese nitraatrichtlijn zal alle mest, die door professionele veehouderijen geproduceerd wordt, meetellen in het systeem. De mest van bijvoorbeeld maneges, paardenfokkerijen en struisvogelbedrijven valt daarom straks ook onder de nieuwe wet.

Tot nu toe telde de paardenmest niet mee voor het zogenoemde MINAS–systeem, waarmee Nederland zijn mestbeleid heeft georganiseerd. De reden hiervoor is dat deze dieren meestal in weilanden gehouden worden, zo legt de woordvoerder van het ministerie uit. Wanneer deze mest in het nieuwe beleid wel wordt meegewogen, kan dat gevolgen hebben voor de ’andere mest’, die nu op het land wordt uitgereden.

„Hoe dit zal uitpakken hebben we nog niet in beeld", zo stelt de woordvoerder. Welliswaar komt er meer mest in het systeem, maar daar tegenover staat dat het aantal hectares waar het mestbeleid voor geldt ook groter wordt. Het ministerie sluit niettemin niet uit dat het mestoverschot „wat groter" zal worden dan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) enkele weken geleden becijferde in haar evaluatie van het Nederlandse mestbeleid.

Met ingang van 2006 moet Nederland met een nieuw mestbeleid verder paal en perk stellen aan de hoeveelheid dierlijke mest en kunstmest, die op het land mag worden uitgereden. Onder meer het RIVM schat (op grond van nog fictieve normen) in een vooruitblik tot 2030 dat Nederland te maken krijgt met een mestoverschot van vier tot veertien miljoen kilo fosfaat.