Het aantal eenmalige, vaak grootschalige evenementen neemt volgens het NBTC af. Volgens Baaij hebben de organisatoren van deze evenementen in de huidige economisch onzekere tijden moeite om voldoende sponsors te vinden. „Als investeerders zich binden, doen ze dat liever aan evenementen die een aantal jaren duren.”

Dat is een zorgelijke ontwikkeling volgens het NBTC, omdat de incidentele evenementen „kleur geven op de kalender.” Volgens Baaij zijn het vaak juist de publiekstrekkers met een internationale uitstraling. Om megamanifestaties een impuls te geven, lanceerde het toerismebureau vorig jaar het idee van een nationaal evenemententerrein. Momenteel wordt er nog gewerkt aan een haalbaarheidsstudie.

„Grofweg kennen we nu in het hoogseizoen 65 evenementen per week”, aldus Baaij. Nederland telt circa 2400 jaarlijks terugkerende festivals en feesten, waar meer dan 10.000 bezoekers op af komen. Deze zijn goed voor ongeveer 90 procent van de markt. Daarnaast hebben er elk jaar ongeveer 250 incidentele en meer grootschalig gehouden evenementen plaats.

Uit de Respons Evenementen Monitor, die in opdracht van het NBTC is verricht, blijkt dat 80 procent van de Nederlanders (vanaf 13 jaar) jaarlijks minstens één evenement bezoekt. Ruim eenvijfde loopt zelfs minimaal zeven festiviteiten af. Van de jongeren (tot 29 jaar) bezoekt ongeveer de helft ten minste vijf festivals en andere feesten.

Gemiddeld wordt er tijdens een evenement door bezoekers 36 euro uitgegeven. Bij dance-events liggen de bestedingen beduidend hoger, namelijk op gemiddeld 67 euro. Tijdens wereldmuziekfestivals houden de mensen het meeste geld in hun zak en wordt gemiddeld 9,45 euro uitgegeven.