Economie

„Landbouwvisie CU ten goede gekeerd”

Het is al weer lang geleden dat GPV en RPF hun visie op de landbouw op papier zetten. De partijen deden dat respectievelijk in 1987 en 1990. Vrijdag bespreekt de ChristenUnie op een congres in Bunschoten de actuele (concept)nota ”Boeren voor morgen”. GMV-agrariër Van der Horst: „De ChristenUnie heeft zichtbaar geleerd van de kritiek op haar al te milieugerichte beleid.”

14 May 2004 10:50Gewijzigd op 14 November 2020 01:13
WITHAREN – GMV’er Van der Horst: „Als de provincie meer te zeggen krijgt over het platteland, moeten er wel statenleden zijn die gevoel hebben voor de landbouw.” Op de foto Van der Horst in een van zijn stallen in Witharen. Foto Frank Uijlenbroek
WITHAREN – GMV’er Van der Horst: „Als de provincie meer te zeggen krijgt over het platteland, moeten er wel statenleden zijn die gevoel hebben voor de landbouw.” Op de foto Van der Horst in een van zijn stallen in Witharen. Foto Frank Uijlenbroek

De ChristenUnie en boeren: de verhouding tussen die twee is geen warme. Het vroegere CU-kamerlid Stellingwerf had er een zware dobber aan het landbouwbeleid van zijn fractie bij de dorpspomp uit te leggen. Al te groen, al te milieugericht vonden veel orthodox-christelijke agrariërs hun partij in de Tweede Kamer.

Samen met collega’s heeft ook Dick van der Horst, veehouder in Witharen, in het verleden meermalen die kritiek geuit. Met enig succes, vermoedt hij, want in de conceptnota over landbouw die een drietal partijleden -oud-senator Cees Van Bruchem, eurofractiemedewerker Leon Meijer en WI-medewerker Cors Visscher- hebben geschreven, lijkt het partijstandpunt „iets ten goede gekeerd.”

Van der Horst, die vrijdag een bijdrage levert aan een congres van het wetenschappelijk instituut van de CU over de conceptnota, heeft er waardering voor dat zijn partij een sterke nadruk legt op plattelandsondernemerschap. Boeren moeten niet blindelings zoveel mogelijk producten voor de markt leveren, maar moeten ook aandacht hebben voor wat de samenleving vraagt, voor milieu en dierenwelzijn. Zij moeten beseffen dat zij een belangrijke verantwoordelijkheid dragen voor de aankleding van het platteland.

De melkveehouder uit Witharen: „Toch moeten we ervoor oppassen het platteland heilig te verklaren. Diezelfde burgers die in hun vrije tijd zo vol bewondering door de polder kunnen fietsen, willen in de supermarkt weer zo min mogelijk geld uitgeven aan groenten, zuivel en vlees. Maar een boer heeft wel inkomen nodig om het platteland te kunnen onderhouden!”

Wat Van der Horst, voorzitter van een groep GMV-agrariërs, betreft had de CU daarom nog duidelijker uit mogen spreken dat landbouwbeleid zich in de eerste plaats moet richten op de boer. „Als je de sector wilt behouden, zul je het inkomen van de boer en dat van zijn gezin veilig moeten stellen. Pas daarna komt, in de tweede plaats, de kwaliteit van het platteland. Daarbij is het zeer aan te bevelen boeren meer te belonen voor zogeheten groene diensten: dat wat zij bijdragen aan landschap en milieu. Want daar profiteert iedereen van.”

Dat de overheid, en ook zijn eigen politieke partij, belang hecht aan milieu en dierenwelzijn, kan hij begrijpen. „Maar door een overmaat aan regels op dit gebied raakt een boer soms zijn levensvreugde kwijt. We hebben de laatste jaren geleerd dat een dier dat het naar zijn zin heeft, beter presteert. Maar ook een boer heeft het plezier in zijn werk nodig om te kunnen presteren.” Met plattelandsondernemerschap bedoelt de ChristenUnie ook dat elke boer voor zijn bedrijf uit moet maken hoe hij dat renderend kan houden. Daarbij komt creatief ondernemerschap kijken en is de bereidheid zich te verbreden noodzakelijk. De een zal er een manege bij gaan houden, de ander een minicamping, een volgende zal streekeigen producten gaan verkopen. Van der Horst werkt op zijn eigen bedrijf -melkquotum van 652.000 liter, 75 koeien- niet aan verbreding. „In mijn geval is het niet nodig. Daar komt bij dat je niet te gemakkelijk moet denken over bijvoorbeeld de verkoop van streekeigen producten. Een regionale markt is snel verzadigd. En het kost enorm veel tijd en energie om beurzen af te lopen, reclame te maken en een klantenkring op te bouwen.”

Een sterk punt in de ChristenUnie-nota vindt Van der Horst de suggestie om de verantwoordelijkheid voor plattelandsbeleid voor een deel te verschuiven van de rijksoverheid naar de provincie. „De provincie staat toch dichter bij de boeren, weet beter wat er in een bepaalde streek speelt. Maar een actievere provincie op landbouwgebied vraagt van de ChristenUnie ook iets, bedacht ik vanmorgen onder het melken: Zorgen voor statenleden die affiniteit hebben met de agrarische sector!”

In Overijssel heeft Van der Horst wat dit betreft niets te klagen. Het CU-statenlid Marjan van der Bent woont vlak bij hem in de buurt. Haar man heeft een boerderij gehad; zelf was zij sociaal-economisch voorlichtster. „Zulke mensen hebben we nodig. In de provincie en in de partij. Anders wordt het met het beleid nog niets.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer