In de ban van bank en buik
Aandeelhouders moeten zeggenschap krijgen over de beloning van topbestuurders. Deze invloed kan het grote graaien onder managers in het Nederlandse bedrijfsleven indammen.
Dat zei hoogleraar S. van Wijnbergen donderdag tijdens het debat ”Betalen we managers te veel?” op Universiteit Nyenrode. Van Wijnbergen vervulde enkele jaren de functie van secretaris-generaal bij het ministerie van Economische Zaken en adviseert nu overheden en bedrijven.
De hoogleraar -„mijn salaris is verrassend laag”- constateert dat het probleem van extreem hoge beloningen niet bestaat in het midden- en kleinbedrijf. „De discussie speelt alleen bij grote bedrijven. De eigenaren staan daar op grote afstand door het geringe percentage aandelen dat ieder individu bezit. Hierdoor is er geen binding met het concern. Een topman kan zich in deze situatie rustig miljoenen cadeau doen uit de aandelenpot.”
Ook de raad van commissarissen, het controlerende orgaan binnen een bedrijf, zal niet snel de rem zetten op stijgende salarissen. „Wie zitten er in die raad? Oud-bestuurders en politici. De eerste categorie houdt elkaar de hand boven het hoofd. De tweede groep maakt met een commissariaat de politieke carrière te gelde. Politici maken door hun contacten veel vriendjes en garanderen zo een herverkiezing als de zittingstermijn afloopt. De onafhankelijkheid is echter ver te zoeken.
Kijk bijvoorbeeld naar Wim Kok. Als premier waarschuwde hij tegen de „exhibitionistische zelfverrijking.” Als commissaris van ING gaat hij nu wel akkoord met een inkomensstijging van de bestuursvoorzitter.”
Het argument dat bedrijven hun topmannen fors moeten betalen om te voorkomen dat Amerikaanse concerns de bestuurders wegkopen, verwijst Van Wijnbergen naar het rijk der fabelen. „Denk je nu echt dat de Amerikaanse bank Goldman Sachs bestuursvoorzitter Rijkman Groenink van ABN AMRO laat overvliegen naar de Verenigde Staten? Of dat Citygroup gebruik gaat maken van de diensten van ING-topman Ewald Kist voordat deze met pensioen gaat? Daar geloof ik niks van.”
De PvdA’er zoekt de oplossing niet in wetgeving of belastingmaatregelen. „Wetten zijn statisch en controle op naleving is lastig. Een hoog salaris zwaarder belasten heeft geen zin, onderhandelingen gaan over het netto-salaris.”
Welke mogelijkheid ziet de econoom dan wel? „Aandeelhouders moeten het salaris vaststellen. Engelse bedrijven werken al op deze manier en dat werpt zijn vruchten af. Zij mogen zelfs beloningsvoorstellen doen. Gaat een topman niet akkoord, dan kan hij vertrekken. Door de invoering van de code-Tabaksblat doet het Nederlandse bedrijfsleven een paar stappen in de goede richting, maar het moet nog veel verder.”
De hoogleraar was het donderdag eens met zijn collega-spreker A. Bodar, een katholieke priester, die pleit voor een streven naar eer en idealen in plaats van de jacht naar geld. „Het gaat in de media alleen nog maar over beurskoersen en economische groei, over bank en buik. Dat begint al bij de geboorte. Dan staat de verzekeringsagent al aan de deur met financiële plannen voor de studie en een dekking voor de begrafenis. Idealen verdwijnen door het zoeken naar zekerheid in de ijskast.”
„Materialisme dringt zelfs binnen op scholen”, aldus Bodar. „Universiteiten stomen studenten klaar voor de arbeidsmarkt. Op die instellingen moet echter aandacht zijn voor vorming van het geweten. Als jongeren goede waarden en normen meekrijgen, zullen zij afstand nemen van extreme zelfverrijking. Belangrijker worden dan eer en medeverantwoordelijkheid voor de samenleving.”
Evenals Van Wijnbergen is Bodar niet bang voor vertrekkende topmannen. „Laat ze lekker gaan. Niemand is onmisbaar, ook toptalenten niet. Andere talenten komen vanzelf weer bovendrijven. Bedrijven dreigen hun werknemers te overwaarderen.”