„Mijn vrouw verbrandde zeven jaar lang mijn Bijbels”
Meerdere keren verbrandde zijn vrouw zijn Bijbels. Zeven jaar lang probeerde ze ex-moslim Esat Kica op andere gedachten te brengen. „Nu is het een prachtvrouw. Op het gebed mocht zij Jezus als Verlosser aannemen.”
De Kosovaarse Kica sprak zaterdag op de GZB-dag in de Midden Nederland Hallen in Barneveld voor zo’n 2000 belangstellenden. De zendingsorganisatie in de Protestantse Kerk in Nederland organiseerde de dag hier voor het eerst en verschoof de bijeenkomst die normaal in de zomer plaatsvindt naar maart. Met succes, volgens Iwan Dekker, regiocoördinator voor Europa bij de GZB en dagvoorzitter. „Er zijn een paar honderd meer gasten dan vorig jaar toen de dag in Gorinchem plaatsvond en de reacties van de mensen zijn positief.”
Thema van de GZB-dag was ”Het Evangelie voor iedereen!”. Naast het hoofdprogramma organiseerde de GZB twee kinderprogramma’s en een tienerprogramma waar ook enkele honderden jongeren aanwezig waren. Sprekers kwamen zowel uit Europa –Esat Kica uit Kosovo en Jorine van Dijk uit Rostock in Duitsland– als daarbuiten: Vladimir en Katerina uit Centraal-Azië en Elizabeth de Goeijen, die pas met haar gezin terugkeerde uit Indonesië.
De dag werd geopend door dr. P. J. Visser, predikant van de Noorderkerk in Amsterdam. Hij mediteerde over de gelijkenis van de verloren zoon, een Bijbelgedeelte dat de rode draad zou vormen in de verhalen van de andere sprekers.
„Het hart van God wordt in deze gelijkenis op een weergaloze manier opengelegd”, aldus de predikant. „En het blijkt zo groot te zijn dat we er allemaal in kunnen. Hoe ver je ook van huis bent, je kunt altijd weer bij de Vader terecht.”
Met dat de zoon zijn erfenis opeiste, verklaarde hij de Vader dood, vervolgde dr. Visser. „Deze zei echter niet: „Jij blijft hier”, want van Gods kant wordt er niet gedwongen en wordt niets met geweld opgelegd. Dat hoort niet bij de liefde.”
Het kruis
Kica, die ten tijde van de Kosovo-oorlog in 1998-1999 alles kwijtraakte, herkent zich in de verloren zoon. Ooit was hij nationaal kampioen bodybuilden in het voormalig Joegoslavië. „Ik was rijk en was trots op mijn eigen bedrijf en mijn lichaam. Maar van de ene op de andere week verloor ik alles. We moesten vluchten voor Servische soldaten met een kruis op hun uniform.”
In Albanië, waar hij met zijn familie een veilig heenkomen zocht, moest hij op zoek naar eten voor zijn gezin. Dat lukte niet, totdat iemand hem vertelde dat hij een gebouw moest opzoeken met een rode deur met een kruis daarop. „Ik had weerzin tegen dat kruis, omdat het het symbool van de vijand was. Maar toch ging ik.”
De man die hij daar ontmoette „straalde van liefde, licht en vrede. Door met hem op te trekken, leerde ik Wie de ware God was. Ik kreeg brood voor mij en mijn gezin, maar ik was nog veel dankbaarder voor het hemelse Brood waarover ik hoorde. Eenmaal terug in Kosovo mocht ik Jezus als mijn Verlosser aannemen. Ik wilde erover vertellen aan mijn familie en vrienden.”
Die zagen hem echter als een verrader, omdat hij koos voor het kruis, het symbool van de vijand die zoveel dood en verderf had gezaaid. „Onze kinderen werden op school gepest. Mijn vrouw meende dat alles wat ons aan kwaad overkwam, veroorzaakt werd door het kruis. Ze heeft meerdere keren mijn Bijbel verbrand, maar na jaren van gebed kwam daar verandering in. Nu steunt zij mij in mijn werk als tweede voorganger van een gemeente in Pejë. Deze gemeente bestaat 18 jaar en telt 50 leden. In totaal zijn er slechts 1500 christenen in Kosovo, 97 procent van de bevolking is moslim. Toch heb ik hoop voor mijn land, want God gaat door met Zijn werk.”
Tijdens het middagprogramma vertelden Vladimir en Katerina uit Centraal-Azië over de kerk in hun land. Ze gebruikten schuilnamen tijdens deze dag en de livestream stond uit tijdens hun bijdrage. Het voorgangersechtpaar in een door de overheid geregistreerde kerk vertelde dat de overheid de kerk aan strenge regels onderwerpt. Ook is het de laatste jaren niet toegestaan om je als nieuwe kerk te registreren. „De overheid wil het aantal moskeeën en kerken gelijk houden, terwijl de kerken juist groeien.”
Mensen die zich vanuit de islam bekeren tot het christendom hebben vooral te maken met sociale druk. Vladimir: „Ze worden soms mishandeld door hun familie. Toch blijven ze samenkomen om te bidden en Bijbel te lezen. We proberen zo onopvallend mogelijk mensen met het Evangelie in aanraking te brengen. Ik ben blij om jullie te kunnen vertellen dat het werk van God doorgaat en vraag jullie te bidden om nog meer groei.”
Meer over Vladimir en Katerina donderdag in Kruispunt.