Analyse: PvdA krijgt ongenadig harde klap, maar kan zich herstellen
Wie de winnaar wordt van de Kamerverkiezingen woensdag weten we nog niet zeker; maar wie de grote verliezer wordt, lijkt wel vast te staan: de PvdA. Hoe kan dat? En is herstel mogelijk?
Wat verliezen is, weten ze bij de PvdA. De partij raakte in 1994 maar liefst 12 zetels kwijt. Een mokerslag, destijds. In 2002 duikelde de partij zelfs 22 zetels. Afgaande op de peilingen stevent de partij nu af op een recordverlies van 26 of 27 zetels.
De PvdA zou dan geen schim meer zijn van de machtige middenpartij die in 1977 en 1986 meer dan 50 Kamerzetels veroverde. Pijnlijker wellicht: de sociaaldemocraten worden woensdag mogelijk voor het eerst in geschiedenis ingehaald door hun electorale concurrenten D66, SP en GroenLinks.
En dat voor een partij die vier jaar lang, in zware tijden, verantwoordelijkheid heeft gedragen voor het kabinetsbeleid. En met resultaat: de economie groeit, de werkgelegenheid stijgt.
In een advertentie op twee hele pagina’s in de Volkskrant somde PvdA-lijsttrekker Asscher gisteren alle verdiensten van zijn partij op, in een ultieme poging kiezers over te halen op hem te stemmen. Zo heeft de PvdA bijvoorbeeld werknemers meer zekerheid geboden, armoede bestreden, integratieproblemen opgelost en de AOW welvaartsvast gehouden.
Stank voor dank
In plaats van een beloning voor het harde werken, krijgt de PvdA nu onderuit de zak. Stank voor dank. Hoe is het mogelijk dat de partij er zó bekaaid van af dreigt te komen? „Wie in de regering zit, die verliest”, legde oud-PvdA-lijsttrekker Cohen gisteren uit. Dat overkomt de VVD nu ook, maar die profiteert nog van de premiersbonus.
Wat de PvdA ook parten speelt, is dat de partij ruim vier jaar geleden uitgerekend met haar grote tegenstander, de VVD, in zee ging. Velen stemden toen op de PvdA om Rutte uit het Torentje te houden, en juist hun partij hielp hem daar weer binnen. De woede daarover is nog niet weggeëbd.
Daar komt bij dat de PvdA zich altijd sterk profileert op sociaal-economische thema’s. In deze tijd van voorspoed en economische meewind zijn die onderwerpen een stuk minder relevant.
De PvdA ontbeert daarnaast een onderscheidend verhaal. De partij wil de „scholen van onze kinderen nog beter maken en de zorg voor onze ouderen verbeteren.” Maar daar zijn álle partijen voor.
Lijsttrekker Asscher wordt verder als vicepremier continu geassocieerd met een onder linkse kiezers impopulair kabinet. Hij is daardoor geen partij voor concurrenten als Pechtold (D66), Roemer (SP) en Klaver (GroenLinks), die vanuit de oppositie opereren.
De leiderschapswissel in de PvdA –Asscher volgde Samsom op– blijkt ook geen gelukkige. Waar de felle Samsom wel raad wist met zijn tegenstanders, weet de heer Asscher nog niet uit te blinken in debatten.
Miraculeuze omkeer
Is alles nu verloren voor de PvdA? Zelfs binnen de partij gelooft niemand meer in een miraculeuze omkeer in de paar dagen die nog resten tot de verkiezingen.
Met iets meer tijd is herstel niet uitgesloten. De PvdA wist haar verlies in 2002 binnen een jaar goed te maken. In de ruim zeventig jaar dat de partij bestaat, heeft ze vaker laten zien over grote veerkracht te beschikken.
Als haar concurrenten regeringsverantwoordelijkheid gaan dragen en aan populariteit inboeten en de PvdA vanuit de oppositie een nieuw en helder verhaal opbouwt, kan het verkeren.