Leefklimaat in achterstandwijk holt terug, zoals in Schiedam-Oost
De leefbaarheid in achterstandsbuurten holt achteruit. Een stapeling van problemen teistert de wijken. Criminaliteit, huiselijk geweld, drugsgebruik. Schiedam-Oost scoort bijvoorbeeld slecht. „Wij staan boven aan de top drie van probleemwijken in de stad.”
Het is kil. Fietsen en scooters staan drie rijen dik in de Van Musschenbroekstraat in Schiedam. Vooroorlogse portiekwoningen –drie-, vierhoog– vullen het straatbeeld. Met hier en daar een plukje nieuwbouw. Schotelantennes sieren de gevels.
Een winkel op de hoek Swammerdamsingel oogt verloederd. Verlaten. Schappen leeg, vitrines leeg, toonbank leeg. Slingers aan het plafond. Dat dan weer wel. Iets verderop zit alweer een winkelruit dichtgeplakt met landbouwplastic. En Havenkranten. Uit 2012.
De opengebroken Boerhaavelaan is één woeste bende. Betonblokken versperren de weg. Het werk ligt sinds september stil. Boomwortels –om de riolering heengegroeid– plaatsen Schiedam onverwacht voor een financieel probleem. ”Bouput?” staat er op een betonblok gekalkt.
Zooitje
Op het Van ’t Hoffplein zit tattooshop AK-47. Een vrouw met kind op de arm loopt voorbij. Ze reageert niet-begrijpend. „Bulgaria.” Ze is een van de vele Bulgaren die zijn neergestreken in de achterstandswijk. Iets verderop staat een man op een trap ramen te zemen. „Polski.”
„Het is hier een zooitje”, fulmineert mevrouw Verwaal (82) op de Boerhaavelaan. „Ze douwen hier van alles in de wijk. Veel Polen, veel Bulgaren.” Ze kijkt vies. Sinds 2005 woont ze hier met haar man. Ook 82. „We hebben de buurt achteruit zien gaan.” Op hoge snelheid passeert een zilvergrijze Opel. De beats knallen uit de bolide.
De buitenlanders nemen hun eigen winkels mee. Polski Sklep, een Poolse supermarkt op de hoek. Iets verderop Polska Restauracja, een Pools eetcafé. Aan de overkant Supermarket Tina onder buitenlandse vlag. Bulgaars?
Het gaat niet goed met Schiedam-Oost. De leefbaarheid van de achterstandswijk, op de grens met Rotterdam, staat onder druk. De ogenschijnlijk nette wijk met 13.000 bewoners –én een onbekend aantal illegalen– kampt met ernstige problemen. Criminaliteit, huiselijk geweld, armoede, verslaving. Om maar íéts te noemen.
De situatie staat niet op zichzelf. In 130 achterstandsbuurten in Nederland verslechtert het leefklimaat, zo blijkt uit een dinsdag gepubliceerd onderzoek van G32, het netwerk van middelgrote steden. De verbetering van de wijken, na jaren vooruitgang, stokt. Ook in Delft, Den Haag, Lelystad.
Schiedam-Oost is een „heel kwetsbare” wijk, stelt Sascha Peters van het Wijkondersteuningsteam Oost (WOT). Ze somt op: armoede, laag opleidingsniveau, werkloosheid, psychiatrische problematiek, eenzaamheid.
Van de zes wijken in Schiedam staat Oost bovenaan in de top drie van achterstandsbuurten. Nieuwland klimt langzaam uit het dal, Groenwoud glijdt af, Oost blijft stabiel – op de slechtste plek. De gemeente investeert daarom fors in de achterstandswijk.
De voordeur van Van Musschenbroekstraat 11 is verzegeld. ”Op last van de burgemeester is dit pand gesloten”. Betreden van de opgerolde hennepkwekerij is in verband met ”ernstige gevaren” streng verboden.
Peter Boon (53) sleutelt op straat aan zijn Puch. Een oldtimer met hoog hippiestuur. „Ik heb vijftien brommers.” Vijf stuks versperren op de stoep de doorgang. „De gemeente maakt er problemen over”, zegt hij verongelijkt. Op z’n deurpost hangt een bordje. ”De wereld is één gekkenhuis. En het hoofdkantoor is hier”.
De Schiedammer woont sinds 1968 in de wijk. Problematisch, reageert hij. „Moet je hier op vrijdagavond komen. Heroïne- en cocaïnedealers, prostitutie, woningbraken.” Mensen jatten als raven. „Ze kwamen pas met de auto langsrijden, stapten uit en namen m’n boormachine mee. Een bóórmachientje…!”
Onorthodox
De aanpak van het wijkteam Oost –vijftien man, twee straatwerkers– bestaat uit een mix van hulpverlening en maatschappelijk werk. Het WOT kiest voor een onorthodoxe aanpak. „Wij wachten niet achter de balie op cliënten, we stappen op hen af”, legt coördinator Peters uit.
De problemen in Schiedam-Oost vallen volgens haar op straat –in vergelijking met bijvoorbeeld Rotterdam-Zuid– mee. „We hebben hier pas een keer een overval op straat gehad. In Rotterdam-Zuid doet zich echter elke maand wel een schietpartij voor.”
De problematiek in Oost speelt zich vooral af achter de voordeur. Ongrijpbaarder, maar niet minder heftig. Vaak is er sprake van een stapeling van problemen. Schulden, opvoedproblemen, geweld. „Kinderen groeien op met meerdere vaders.”
Het wijkteam –„een laagdrempelig loket in de wijk”– probeert het verschil te maken. Met een budgetkring. Of een opvoedkring. Vroegtijdige signalering van problemen staat hoog in het vaandel. „Voorkomen is beter dan genezen.”
Gevangene
Rob van de Kieboom (48), vader van vijf, wandelt over het plein voor Wijkcentrum Oost. „Het wordt er hier niet vrolijker op”, constateert hij. „Vroeger kende iedereen elkaar. Nu wonen hier allemaal buitenlanders.” Ze hangen ’s avonds rond op het plein. Ergerlijk.
Vijftien jaar woont hij nu in de wijk. Een tussenfase heeft hij doorgebracht in Spanje. In de cel. „Ik ging met een bootje hasj halen in Marokko. Dat mocht niet.” Van de Kieboom is werkloos. Werk zoeken doet hij ook niet.
Het wijkteam werkt nauw samen met DOCK. De organisatie voor buurtbemiddeling en jeugd- en jongerenwerk organiseert activiteiten in de buurt. Van taalcursussen voor Polen en Bulgaren tot naai- en kooklessen. Of kleien. „Ontmoedigend dat, ondanks alle inzet, de leefbaarheid in de wijk terugloopt”, constateert beheerder Edward Sparreboom achter de balie.
Geen feestje
Het wijkteam is nu twee jaar actief in de kwetsbare achterstandswijk. Reden voor een feestje is het niet. „Er is veel tijd nodig voor een kanteling. Een kwestie van de lange adem”, weet WOT-coördinator Peters. Nieuwland had vijf jaar nodig. „Dat is nog aan de krappe kant.”
Toch gelooft ze in haar werk, haar missie. „De utopische doelstelling is dat wij straks overbodig zijn. De realistische doelstelling is dat wij de problemen sámen met bewoners oplossen. Dat burgers over een netwerk, een vangnet beschikken, waarbij we problemen vroegtijdig signaleren. Niet voor hen, maar met hen.”