Buitenland

Cubanen verrast door rantsoenering

„Je moet kopen wat je kan, want de prijzen gaan stijgen. We lopen opgewonden rond”, zegt een Cubaanse vrouw die in een ”dollarwinkel” toiletartikelen, schoonmaakmiddelen en voeding inslaat.

Patricia Grogg (IPS)
13 May 2004 11:14Gewijzigd op 14 November 2020 01:13

De aankondiging van de Cubaanse regering dinsdag dat de prijzen zullen stijgen en dat er aankoopbeperkingen komen op alle producten met uitzondering van de absolute basisitems, kwam voor de Cubanen als een complete verrassing en veroorzaakt veel ongerustheid.

Het was een van de hoofdonderwerpen in de door de staat gemonopoliseerde Cubaanse media dinsdag: de officiële mededeling dat de prijzen van brandstof en voedingsmiddelen in de zogenaamde dollarwinkels van de staat zullen stijgen. De verkoop in dollarwinkels wordt tot nader order opgeschort, met uitzondering van voeding, schoonmaakproducten en toiletartikelen. Alleen goederen en diensten die „de hele bevolking zonder enig onderscheid moet krijgen” blijven gegarandeerd, en ook de gesubsidieerde prijzen van basisproducten blijven bewaard.

De overheidsmaatregelen zijn bedoeld om de problemen het hoofd te bieden die kunnen rijzen na de verstrakking van het Amerikaanse embargo tegen Cuba dat president George W. Bush op 6 mei aankondigde. De Cubaanse overheid lijkt de krappe middelen vooral te willen gebruiken voor de aankoop van voedsel, waarvan een groot deel momenteel door Amerikaanse bedrijven wordt geleverd. Een Amerikaanse wet uit juli 2000 heeft de meeste beperkingen op de verkoop van voedsel en geneesmiddelen aan Cuba opgeheven. De maatregelen van de Cubaanse overheid zijn ook bedoeld om bankdeposito’s in Cubaanse peso en dollar te blijven garanderen, en om de wisselkoers van 26 peso voor een dollar in wisselkantoren van de staat te kunnen aanhouden. De regering belooft dat niet zal worden geraakt aan de gratis gezondheidszorg, opleiding en culturele activiteiten.

Met een rantsoenboekje krijgt elke Cubaanse familie elke maand een set basisproducten tegen sterk verlaagde prijzen. „Maar daarmee heb je niet genoeg, en schoenen, kleding en veel andere dingen kan je alleen met dollars kopen”, zegt een Cubaanse vrouw. „Je moet altijd naar de dollarwinkel gaan, en daarom kan ik niet begrijpen waarom de verkoop van die producten opgeschort wordt.” Bijna zes op tien Cubanen heeft toegang tot dollars, via familie in het buitenland of uit legale of clandestiene activiteiten in de toeristische sector.

Niemand weet wat er zal gebeuren met de winkelbedienden van de dollarwinkels die sluiten, of wat moet worden gedaan met de producten die nog op de planken liggen. De winkeliers zelf denken dat de verkoop weer van start zal gaan zodra de prijzen ’aangepast’ zijn. Aan een voorspelling wanneer dat zou gebeuren en met hoeveel de prijzen zouden stijgen, waagden ze zich niet.

Een academische bron die anoniem wilde blijven, waarschuwt voor de uitdijende effecten van de maatregelen van de Cubaanse overheid. Als de brandstofprijzen stijgen, zullen de privé-voertuigen die het gebrek aan publiek transport opvangen ook meer vragen, en zullen de producten op de landbouwmarkten ook duurder worden, geeft hij als voorbeeld. Op de ”vrije landbouwmarkten” die in 1994 werden opgericht, wordt de prijs bepaald door het mechanisme van vraag en aanbod. De markten zouden wel openblijven.

Het overheidscommuniqué legt de verantwoordelijkheid van de nieuwe maatregelen niet bij de regering zelf of bij de communistische partij, maar bij „de Revolutie, gebaseerd op haar lange ervaring, haar onpartijdigheid, en de eenheid en het hoge niveau van politieke cultuur van de Cubanen.” Die formulering wordt alleen gebezigd in moeilijke situaties waarbij van de Cubanen nog meer offers worden gevraagd.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer