Dat blijkt uit de dinsdagmorgen in Apeldoorn gepresenteerde plannen van KAAN Architecten uit Rotterdam. Om dat allemaal te realiseren is het hoofdgebouw van het Apeldoornse paleis van 8 januari 2018 tot midden 2021 dicht.

De totale kosten bedragen 123 miljoen euro. Alleen het verwijderen van 4300 vierkante meter asbest kost al 17 miljoen euro.

Na de restauratie zullen meer vertrekken, zoals kamers van het voormalige personeel, opengesteld worden voor het publiek. Het paleis trekt nu jaarlijks 350.000 bezoekers. Na de restauratie moet dat aantal stijgen naar 500.000, stelde de directeur dinsdagmorgen.

De laatste grote renovatie van het paleis vond plaats in de periode 1977-1984. Het voormalige woonpaleis van koningin Wilhelmina werd toen zo veel mogelijk teruggebracht in de oorspronkelijke zeventiende-eeuwse vorm.

Dertig jaar later is het paleis opnieuw toe aan een grote restauratiebeurt, constateerde de directie eerder. Het paleis voldoet niet meer aan de eisen van de tijd, installaties zijn verouderd en vooral de ontvangstruimten voor bezoekers zijn nu aan de krappe kant. Dat alles leidde tot een flinke wensenlijst. Daarop is besloten alles in één keer grondig aan te pakken.

Een groot onderdeel van de renovatie betreft asbestsanering. Daarnaast worden technische installaties en de klimaatbeheersingsapparatuur vervangen.

Ondergronds

De grootste ingreep vindt plaats op het voorplein van het paleis, de bassecour geheten. Onder dat plein komt een ondergrondse uitbreiding van het paleis. Daar komen ook de publieksfaciliteiten en grote zalen voor de vaste collectie en voor wisselexposities.

Als die ruimten zijn gerealiseerd, wordt het voorplein weer aangelegd zoals het er nu uitziet, met dit verschil dat het gras rond de fontein midden op het bassecour vervangen zal worden door glas waarover water stroomt. Deze glasplaten zorgen ervoor dat het daglicht doordringt in de ondergrondse ruimten.

Tot op heden vonden de grote exposities in de westvleugel van het paleis plaats. Door de verhuizing naar de nieuwe ondergrondse expositieruimten komt die vleugel vrij voor een speciale afdeling voor kinderen: het juniorpaleis.

De oostvleugel van het paleis wordt ook opnieuw ingericht en gaat informatie over de geschiedenis van het Nederlandse koningshuis geven. Die vleugel heet straks ”Huis van Oranje”.

De entree naar het eeuwenoude paleis wordt ook vernieuwd: vanuit de nieuwe ontvangsruimten gaat de bezoeker voortaan het paleis binnen via de brede staatsietrap waar vroeger alleen de vorsten over liepen.

Na de renovatie zal een aantal van de nu getoonde woonvertrekken in het paleis er ook anders uitzien en krijgen bezoekers een paar dienstvertrekken van het personeel, zoals van een hofdame en van een lakei te zien, zo meldde de directie. In totaal krijgt het museum er 5000 vierkante meter vloeroppervlak bij en acht nieuwe liften. Er komt ook een nieuwe toegang tot de tuinen vanuit het paleis.

Gaat de deur van het hoofdgebouw op 8 januari op slot; de tuinen, stallen en de museumrestaurants blijven tijdens de verbouwing van het hoofdgebouw open, van april tot en met september en rond Kerst. Ook kunnen bezoekers naar dakterras bovenop het paleis. Daar hebben zij uitzicht over de tuinen, maar ook over de grote bouwput voor het paleis.

De renovatie moet er ook voor zorgen dat het paleis straks erg duurzaam wordt. Daarom wordt het paleis geïsoleerd en worden warmtepompen geïnstalleerd.

Het parkeerterrein bij het paleis wordt vernieuwd. De capaciteit neemt toe van 550 parkeerplaatsen nu naar 850 straks.

KAAN Architecten tekende de nieuwe ondergrondse uitbreiding. De restauratie van het paleis wordt begeleid door de Amersfoortse architect Gijsbert van Hoogevest van Hoogevest Architecten. Die is ook betrokken bij de plannen voor Paleis Soestdijk, en heeft de restauratie van veel monumentale kerken geleid.

paleishetloo.nl/vernieuwd-en-verbouwd

Gebouwd als een jachtslot voor Oranjes

Stadhouder Willem III gaf opdracht tot de bouw van het jachtslot. Het hoofddeel was in 1686 gereed. Het paleis was tot 1975 de zomerresidentie van de Nederlandse stadhouders en koningen. Koningin Wilhelmina was de laatste gebruiker. Prinses Margriet woonde van 1967 tot 1975 in de oostvleugel. In 1970 besloot de regering van het paleis een museum te maken. Na de restauratie van 1977 tot 1984 ging het paleis open voor het publiek. Bezoekers komen ook voor de fraaie tuinen en het paleispark.