De zogeheten Overleveringswet is woensdag officieel in werking getreden. Met de inwerkingtreding van de wet is ook het Europees arrestatiebevel in Nederland van kracht geworden. Dat laatste geldt nog niet voor alle EU-lidstaten. De bedoeling van de wet is een eenvoudiger en snellere procedure van uitlevering tussen de lidstaten. De rechtbank in Amsterdam heeft zeven rechters aangewezen die zich met de zogenoemde overleveringszaken gaan bezighouden.

Het Amsterdamse OM en de rechtbank zullen voor heel Nederland de overleveringszaken behandelen. De rechtbank verwacht jaarlijks zo’n 350 zaken, zei de presidente van de rechtbank in de hoofdstad, C. Eradus, woensdag. De eerste zaken verwacht zij rond half juni op zitting. Ook het OM heeft een aantal medewerkers speciaal belast met deze zaken.

Per 12 mei zijn naast Nederland vijftien andere EU-lidstaten klaar om mee te doen aan het nieuwe uitleveringssysteem. Acht landen zijn nog bezig met het aanpassen van hun wetgeving, waaronder Duitsland. Bij de inwerkingtreding van het Europees Arrestatiebevel verliezen alle tot dusver geldende uitleveringsverdragen hun werking. Voor landen die geen EU-lid zijn en landen waarmee Nederland een uitleveringsverdrag heeft gesloten (zoals de Verenigde Staten, Australië en Suriname) verandert er niets.

De Overleveringswet kwam met enige moeite door de Eerste Kamer. Vooral het vervallen van een mogelijkheid tot hoger beroep leidde bij diverse politieke partijen tot onrust en kritiek. Minister Donner van Justitie meent dat de inzet van gespecialiseerde rechters een over te leveren verdachte voldoende rechtswaarborgen biedt.

Voornaamste reden voor de nieuwe uitleveringsregeling zijn de aanslagen in de VS op 11 september 2001. De vereenvoudiging werd nodig geacht om het terrorisme effectiever te kunnen aanpakken.