Veel senioren vermogender dan vroeger
Verreweg de meeste 65-plussers staan er financieel een stuk beter voor dan de senioren van twintig jaar geleden. Ze hebben meer eigen vermogen en hun maandelijkse inkomsten zijn hoger dan destijds. Meer ouderen hebben een eigen huis en bouwden een beter pensioen op.
Het aandeel arme ouderen daalde de afgelopen twintig jaar „spectaculair” van 20 procent tot minder dan 4 procent, bleek vandaag uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Begin vorig jaar telde Nederland 3,1 miljoen 65-plussers.
Tussen 1995 en 2008 kregen ouderen meer te besteden. Dit kwam onder meer door de verhoging van de AOW. Ook hebben mensen vaker een aanvullend pensioen.
Het vermogen en inkomen van de meeste ouderen waren vorig jaar hoger dan ooit. De arme ouderen zijn vaak weduwen met een klein pensioen of alleen AOW. De nieuwe 65-plussers zijn welvarender dan elders in Europa.
De helft van alle ouderen bezat in 2015 een eigen woning. Dit is 20 procent meer dan twee decennia geleden. Het woningbezit zorgde voor een stijging van het eigen vermogen van de ouderen naar gemiddeld 86.500 euro. Dat is vijfmaal zo hoog als dat van een doorsneehuishouden. In 2016 was het vermogen van 65-plussers met circa 22.000 euro kleiner dan dat van een gemiddeld huishouden.
„De CBS-cijfers bevestigen het beeld dat gepensioneerden qua vermogensontwikkeling niets te klagen hebben”, reageerde Chris Baggerman van de RMU vanmorgen. „Er is wel een verschil tussen vermogensontwikkeling en koopkrachtontwikkeling. Sinds 2009 gingen ouderen er meer dan gemiddeld op achteruit als gevolg van het niet of beperkt indexeren van het aanvullende pensioen. Velen werden zelfs geconfronteerd met het korten van hun aanvullende pensioenuitkering. Daar komt bij dat de meesten niet in staat zijn om hun koopkrachtontwikkeling te repareren door het vinden van een baan, het krijgen van een bonus of loonsverhoging.”
Baggerman noemt het een teken aan de wand dat het consumentenvertrouwen van 65-plussers sterk daalt.