Campagne Erdogan nog niet zo makkelijk te verbieden
De Turkse plannen om in West-Europa kiezers warm te maken voor het referendum op 16 april, zijn in Nederland en Duitsland de afgelopen dagen op verzet gestuit. De vraag is echter of er wettelijke middelen zijn de Turken tegen te houden.
De Turkse minister van Buitenlandse Zaken, Cavusoglu, wist met welke woorden hij de Nederlandse en de Duitse onwil moest beantwoorden. „Waar is de democratie of de vrijheid van meningsuiting waarvan jullie zeggen ons iets te willen leren?”
Deze woorden typeren de uitdagende Turkse opstelling: wie maakt ons wat? Cavusoglu spreekt Nederland en Duitsland aan op de waarden die zij zelf verkopen. „Wij gaan waarheen wij willen en praten met onze staatsburgers”, aldus de minister.
Dat hij Turken in West-Europa „onze staatsburgers” noemt, schoot vooral PvdA-leider Asscher in het verkeerde keelgat. Het gebruik van dit woord tekent het verschil in mentaliteit bijzonder scherp. Nederland heeft een formele band met zijn burgers: je hebt een Nederlands paspoort of niet. Maar Turkije doet zelfs bij mensen ver weg een beroep op de vaderlandsliefde.
Overstap
Turkije houdt in april een stemming over een nieuwe grondwet. Het gaat daarbij om een overstap van een parlementair systeem naar een presidentieel stelsel. Als het aan Erdogan ligt, laat hij zich straks rechtstreeks kiezen en stelt zijn eigen ministers aan. Hij wordt dan het symbool van het nieuwe Turkse patriottisme.
De rest van Europa beziet deze trend met groot ongemak. De dagen dat Turkije serieus als kandidaat-lidstaat van de Europese Unie gold, liggen ver achter ons. Na de mislukte staatsgreep in juli vorig jaar is de Turkse rechtsstaat aan alle kanten verzwakt: kranten zijn gesloten, rechters zijn ontslagen en parlementsleden van de oppositie gevangengezet.
Met het oog op het referendum is vooral Duitsland belangrijk. Het aantal Turken ligt daar op ruim 3 miljoen. Al eerder heeft Erdogan daar toespraken gehouden die door de Duitse autoriteiten als provocatief werden ervaren. In Nederland ligt het aantal Turkse kiezers op 250.000. Het is niet ongebruikelijk dat deze mensen op grote schaal meedoen aan de verkiezingen in het oude vaderland.
Dilemma
Het geval wil dat politici in zowel Nederland als Duitsland in de campagnestand staan. De Turkse kwestie biedt een uitstekend dilemma om de kandidaten voor te leggen. Voor wie zijn onze vrijheden: voor iedereen (dus ook voor Turkse autocraten), of alleen voor mensen die ze verdedigen zoals wij ze zien (dus niet voor Turken als Erdogan)?
Nederlandse en Duitse politici neigen ernaar deze campagne hier te verbieden. Tot nu toe is echter alleen de (gevreesde) verstoring van de openbare orde genoemd als grond waarop dit Turkse optreden kan worden voorkomen. De komende dagen zal blijken of dit voldoende is.