Analyse: Chaos in het Witte Huis
In deze rubriek reflecteren buitenlandredacteuren van het RD op actuele gebeurtenissen in het nieuws. Vandaag: de media zijn sneller dan de onderzoekers van de regering-Trump.
De Russische connectie hangt de regering-Trump als een molensteen om de hals. Enkele weken geleden moest de nationale veiligheidsadviseur Michael Flynn al aftreden vanwege verzwegen contacten met de Russische ambassadeur. Deze week kwam naar buiten dat minister Jeff Sessions van Justitie twee keer met de Russische ambassadeur heeft gesproken. Terwijl hij bij zijn sollicitatiegesprek met Congresleden onder ede verklaarde geen contacten met de Russen te hebben gehad.
President Trump noemt de geruchten over contacten met de Russen een heksenjacht. En zeker is dat de media in Amerika hem niet welgezind zijn. Maar daarmee is bepaald niet alles gezegd.
Beseft Trump zelf dat ook? Donderdag zei hij wel dat Sessions een „eerlijk man” is, maar gaf hij ook toe dat de minister er beter aan had gedaan de ontmoetingen te melden. Bovendien zei hij dat hij zelf ook niet wist van de gesprekken met ambassadeur Kislijak.
Binnen het Amerikaanse Congres is veel irritatie. Sessions kreeg vanwege racistische uitspraken in zijn jonge jaren daar slechts met moeite groen licht om aan te treden als minister van Justitie. Nu ruiken de Democraten hun kans. Zij eisen zijn aftreden omdat hij onder ede heeft gelogen.
De Republikeinen gaan niet zo ver. Zij zijn bereid genoegen te nemen met de verklaring van Sessions dat hij Kislijak sprak in zijn hoedanigheid als voorzitter van de commissie voor de strijdkrachten en niet als lid van het Trumpteam. Maar ze vinden wel dat hij dit had moeten melden. Zoals de minister dinsdag ook toegaf.
De kwestie is extra pijnlijk omdat het ministerie van Justitie onderzoek doet naar de Russische bemoeienis met de verkiezingen. Sessions moet dat leiden. Die taak draagt hij nu over aan een ander.
Trump is met dit terugtreden van Sessions een belangrijke beschermer kwijt die het onderzoek van het ministerie en de FBI kon sturen. Bekend is dat de verhouding tussen Trump en de inlichtingendiensten niet best is. Zo zwichtte de FBI niet voor druk vanuit het Witte Huis om berichten rond de Russische connectie te weerspreken.
Het meest vervelend voor Trump is dat de media sneller dingen boven tafel lijken te krijgen dan de onderzoekers van het ministerie. Donderdagavond werd bekend dat in juli vorig jaar nog twee leden van het Trumpteam contact hadden met de Russen. Bovendien kwam naar buiten dat vicepresident Pence staatszaken via zijn privémail had afgehandeld en dat die mail was gehackt. Voor iets dergelijks kwam Hillary Clinton zwaar onder vuur te liggen. Wil Trump greep op de gang van zaken krijgen, dan zal er zeer snel volledige opening van zaken moeten komen. Anders zal Rusland hem voortdurend zonder wapengekletter blijven hinderen.