De rechtbank in Roermond acht bewezen dat de verdachte zijn buurman in augustus vorig jaar met een mes om het leven heeft gebracht. De rechtbank gaat uit van voorbedachte raad en derhalve van moord.

Zijn raadsman voerde aan dat de Weertenaar heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling, zodat hem hooguit doodslag kan worden verweten.

De rechtbank verwerpt die redenering. In het vonnis wordt gewezen op de verklaring van de Weertenaar dat hij eerst van plan was om een andere buurman neer te steken. Toen deze de deur niet opendeed, is hij naar de woning van het slachtoffer gelopen.

Camerabeelden tonen aan dat hij het mes al in zijn hand heeft en vervolgens naar de voordeur van zijn slachtoffer loopt. Na het aanbellen duurt het een minuut voordat de deur wordt geopend, waarna de buurman onmiddellijk wordt neergestoken.

Daaruit blijkt volgens de rechtbank Limburg het bewuste en vooropgezette plan iemand neer te steken.

De verdachte is volgens deskundigen ernstig geestesziek en heeft behandeling nodig in een kliniek met een hoog beveiligingsniveau. De man is volgens de rechtbank volledig ontoerekeningsvatbaar en krijgt daarom geen straf opgelegd. De officier van justitie en de raadsman van de verdachte zijn het met die conclusie eens.