Ta Mok wacht al drie jaar in het Zuidoost-Aziatische land in de gevangenis op zijn proces. Volgens de Cambodjaanse wet moet het proces tegen Ta Mok voor 6 maart beginnen. Anders dient hij te worden vrijgelaten. Hij was in 1998 aangeklaagd voor volkerenmoord.

Door de nieuwe aanklacht blijft hij voorlopig achter de tralies tot zijn rechtszaak begint. Ta Mok staat terecht voor gepleegde misdaden tijdens het Rode Khmer-bewind van Pol Pot van 1975 tot 1979. In die jaren kwamen minstens 1,7 miljoen mensen om het leven.

Oorspronkelijk was het plan om Ta Mok en andere Khmer-leiders te laten berechten door een tribunaal, waaraan ook de Verenigde Naties zouden meewerken. Die hebben zich teruggetrokken omdat onafhankelijkheid en objectiviteit van het tribunaal niet langer te garanderen waren.

Het tribunaal had een combinatie moeten worden van een internationaal en een Cambodjaans hof. Over de komst van het tribunaal is ruim vier jaar gesteggeld tussen Cambodja en de VN.

Volgens de VN is de Cambodjaanse regering blijkens een toegestuurd wetsontwerp niet bereid volledig te voldoen aan eisen voor een internationaal erkende rechtsgang. Het tribunaal zou drie Cambodjaanse en twee buitenlandse rechters krijgen, maar Cambodja wil niet dat een overeenkomst tussen het land en de VN over het tribunaal de nationale wetgeving zal overschaduwen.

Cambodja wachtte al maanden op een antwoord van de VN. Eind vorig jaar zei premier Hun Sen dat als de Verenigde Naties niet willen meewerken, zijn land op eigen houtje zal doorgaan. Volgens de VN zal een strikt Cambodjaanse rechtszaak „internationaal niet legitiem zijn.”