Chinese pabo leidt onderwijzers op voor christelijke schooltjes
De bergweggetjes worden steeds smaller en steeds steiler. Na nog weer een bocht komt de enige Chinese pabo van gereformeerde signatuur in zicht, gevestigd in twee naast elkaar staande herenhuizen. De vrouwelijke studenten wonen daar ook; de mannen hebben een huis dichtbij, in het dorp.
Het is een van de opleidingen waarvoor christelijke scholen in Nederland de komende tijd geld inzamelen. In Nederland kan er in vrijheid bijzonder onderwijs worden gegeven en wordt het al een eeuw volledig door de overheid gefinancierd. Die vrijheid is er in China niet, en overheidsbekostiging evenmin. De oprichters en docenten zetten zich echter gedreven in voor hun ideaal: christelijk onderwijs op goed niveau.
Oprichter Feng en directeur Kwao hebben allebei hun vrouw meegenomen voor de verwelkoming buiten, in de duisternis. Op de eerste verdieping wijst Kwao rond in een kamer waar maar net plaats is voor een bed, een tafel, een bank en wat stoelen: „Dit is ons huis.” Meer hebben zijn vrouw en hij niet nodig. In de andere kamers huizen studentes of wordt lesgegeven. „Wij wonen hier 7 dagen per week, 24 uur per dag, met de studenten. Zo mogen we dienstbaar zijn.”
Het is sinds ruim een jaar de nieuwe missie van de Europeaan Feng, die zijn Chinese vrouw ontmoette tijdens hun studie en haar naar haar thuisland volgde. Samen met een 27-jarige assistente begeleiden ze de aankomende leerkrachten tijdens hun driejarige opleiding.
Kerkverlating
De studenten kunnen maar af en toe naar huis in hun geboortedorp, want de afstanden zijn groot en de reiskosten zijn hoog. De school is echter hun leven; hier worden ze opgeleid om straks de kinderen uit de huisgemeenten christelijk onderwijs te kunnen geven.
„Dat is hard nodig”, zegt Feng. „Momenteel verlaat 80 procent van de jongeren de huisgemeenten. We raken hen kwijt doordat ze op de openbare scholen worden gehersenspoeld. Onze gemeenten tellen z oveel kinderen. We willen dat ze de Heere Jezus leren kennen en Hem dienen.”
Het aantal schooltjes van de huisgemeenten groeide de afgelopen jaren explosief, maar het ontbreekt vaak aan bevoegde leerkrachten. „Daarom ben ik deze pabo begonnen. Ik ben geen academicus, maar de Heere gebruikt ook ongeschikte mensen. Ik móést dit doen, en het is een voorrecht dat ik het mág doen. En gelukkig heb ik van tevoren niet geweten op hoeveel moeilijkheden we zouden stuiten.”
Werving
En Feng deed het. In de zomer van 2013 startte hij een lerarenopleiding én een middelbare school én een masteropleiding voor onderwijsgevenden. Stichting Bonisa en Driestar hogeschool boden kennis en financiële steun bij de start. Samen met een Nederlandse docent die in China woont, doordacht Feng het lesprogramma. „God stuurt altijd vrienden op het moment dat we hen nodig hebben.”
Leerlingen en personeel werven moest met de nodige voorzichtigheid gebeuren. Adverteren zou ongewenste tegenreacties oproepen. Via mond-tot-mondreclame onder de voorgangers werden de initiatieven echter in de huisgemeenten bekend.
Feng reisde het land door om gemeenten aan te sporen een school te beginnen en zorg te dragen voor leerkrachten die voldoende opgeleid zijn. In zeven jaar tijd hielp hij met het opstarten van zo’n 125 scholen. „Eerst moest ik de gemeenten stimuleren, maar nu vuren ze elkaar aan, want de kerken gaan de noodzaak van christelijk onderwijs steeds meer inzien. Op openbare scholen ondergaan kinderen en jongeren te veel verkeerde invloeden.”
Hoge salarissen kunnen de gemeenten hun leraren doorgaans niet uitbetalen, maar het loon wordt vaak aangevuld met voedsel of andere gaven in natura. En zo beginnen de scholen. „Iemand wordt aangewezen als onderwijzer of stelt zich beschikbaar. Een ander biedt een kamer aan, waar dan aan enkele kinderen wordt lesgegeven. Het nodige geld wordt soms met moeite bij elkaar gebracht.”
Ontwikkeling
De eerste pabo-lichting bestond uit tien studenten. Alle tien brachten ze de opleiding in 2016 tot een goed einde. Ze staan nu voor de klas, maar mogen terugkomen voor gratis bijscholing.
Feng leidde de school, maar is inmiddels bezig met nieuwe projecten. Daarom kwam Kwao met zijn vrouw vanuit het zuiden van China om de dagelijkse leiding van de onderwijzersopleiding op zich te nemen.
Zijn 27-jarige managementassistente neemt een grote plaats in op de school. De tengere vrouw ziet er niet ouder uit dan haar pupillen. Symbolisch zit ze hand in hand met twee studentes terwijl ze vertelt over de ontwikkeling die de aanstormende leerkrachten tijdens hun opleiding doormaken. „De meesten zijn echt jong als ze hier komen, en kiezen soms mede op aandrang van hun ouders voor het onderwijs. Het is mooi om te zien dat het hun eigen keuze wordt. Daar hebben ze wel strijd en twijfels over. Ze weten ook dat het een opoffering is, want het werk is niet zonder risico’s en veel andere beroepen worden beter betaald.
Hier leren ze veel over zichzelf en denken ze na over hun toekomst. Daarom voeren wij als stafleden veel gesprekken met de studenten en bidden we met hen of hun roeping in het leven hun mag duidelijk worden. We delen in hun vreugde en in hun verdriet. En ze helpen ook elkaar.”
Niet te groot
De pabo kent geen spectaculaire groei. De drie leerjaren tellen gezamenlijk maar net iets meer dan twintig studenten. De opleiding wil van bescheiden omvang blijven.
„Veel studenten zijn zoon of dochter van een kerkelijke ambtsdrager en hebben al veel Bijbelkennis. De studenten moeten echte christenen zijn: het is voor ouders een ingrijpende stap hun kind niet, of niet meer, naar een openbare school te laten gaan, dus dan moeten ze er zeker van zijn dat er op de nieuwe school echt christelijk onderwijs wordt gegeven. Elke week vertelt een student hier zijn levensverhaal en hoe hij een discipel van Christus probeert te zijn.”
Alle vakken worden vanuit een Bijbelse levensbeschouwing gegeven. „We willen onderwijzers zo opleiden dat ze hun leerlingen het christelijke wereldbeeld voorhouden.”
Ook praktische vaardigheden voor zowel leerkrachten als schoolleiders krijgen alle aandacht tijdens de lessen en de stages. „We oefenen het lesgeven eerst in de klas en gaan daarna drie keer de praktijk in”, zegt Peter, een van de studenten. „We lopen stage op de school van onze eigen gemeente. We geven ook les aan kinderen van plattelanders die naar de stad zijn getrokken en daar geen betaald onderwijs kunnen krijgen omdat ze er niet geregistreerd zijn.”
Vol programma
De studenten staan elke dag bijtijds op, want ’s morgens om zes uur komen ze bij elkaar voor Bijbellezen en gebed. Daarna staat het ontbijt klaar, en vervolgens is er huishoudelijk werk te doen. Koken doet een kok, maar de schoonmaak nemen de leerlingen voor hun rekening. Van halfnegen tot twaalf uur wordt er lesgegeven, en om twee uur start het middagprogramma.
Dagelijks is er minstens een halfuur tijd voor activiteiten in de buitenlucht: „Tafeltennis, basketbal of even rondrennen in het dorp.” En daarna wacht het huiswerk. Veel? „Soms.” En er moet vergaderd worden, want voor allerlei activiteiten zijn commissies ingesteld. Het draagt bij aan de intensieve vorming die de studenten drie jaar lang krijgen.
De studenten bieden de staf veel hulp. Zij doen inkopen, halen mensen van het vliegveld en regelen alles wat er voor het verblijf van buitenlandse bezoekers nodig is. Er komen vaak gastdocenten, zowel van internationale scholen in China als van christelijke pabo’s in het buitenland, waaronder Driestar hogeschool in Gouda. Het streven de vakken zo veel mogelijk door christenen uit het eigen land te laten geven, wordt langzamerhand steeds meer werkelijkheid, maar voorlopig is de inbreng van buitenlanders nog zeer welkom. De Nederlandse organisaties die bij de opleiding betrokken zijn, zouden graag een conferentie voor de leerkrachten van de schooltjes organiseren en een aantal van hen een cursus in Nederland laten volgen.
Dit is het eerste deel in een serie over scholen in China waarvoor het christelijk onderwijs in Nederland geld inzamelt. De genoemde actie is georganiseerd door de Werkgroep Vrijheid van Onderwijs 1917-2017. >>rd.nl/onderwijsvrijheid
Hong Deng werd Job
Toen hij zich als student voor de christelijke lerarenopleiding inschreef, wist Hong Deng eigenlijk helemaal niet zeker of hij wel voor de klas wilde. Maar dat is veranderd. „Ik weet dat daar mijn taak ligt. Ik ben nu gelukkig. Daarom heb ik een Bijbelse naam aangenomen: Job.”
Een van de studenten brengt helder onder woorden wat de pabo aan haar ontwikkeling bijdroeg: „Hier op school hebben we geleerd verantwoordelijkheid te nemen, voor anderen te zorgen, liefde te betonen. We hebben geleerd te communiceren. En… we hebben geleerd onze kamer op orde te hebben.”
„We komen uit tien verschillende provincies, maar we leven hier met elkaar. Dat is mooi, maar het is ook een uitdaging”, zegt een studente.
„Ik leefde echt als een tiener toen ik hier kwam”, vertelt haar klasgenote. „Hier denk je diep na over je levensbeschouwing en je gewoonten. En die veranderen ook.”