UNHCR slaat alarm over situatie in Sudan
De UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de VN, is „zeer bezorgd” over de tienduizenden vluchtelingen in het grensgebied tussen Tsjaad en Sudan.
De mensen ontvluchten massaal de zeer onrustige regio Darfur in het westen van Sudan. Uit het grensgebied, waar de situatie ook gespannen is, zijn al 55.000 Sudanezen weggehaald, aldus de UNHCR dinsdag.
Het gebied is gevaarlijk, het vervoer moeilijk en er dreigt een tekort aan water, brandstof en brandhout. Bovenal is er geen geld. Buurland Tsjaad haalt tienduizenden vluchtelingen binnen en brengt ze naar veiliger kampen in het binnenland. Alleen al in het oosten van Tsjaad zijn zes vluchtelingenkampen geopend.
Omdat het om zulke grote aantallen mensen gaat, spreekt de VN-organisatie van „een van de moeilijkste humanitaire operaties waar dan ook.” Van de benodigde 21 miljoen dollar is nog slechts 14 miljoen dollar binnen.
In het gebied vechten overheidstroepen en Arabische milities al vijftien maanden tegen rebellen. De strijd heeft al zeker 10.000 slachtoffers geëist.
In het Shilluk Kingdom in Zuid-Sudan dreigen ongeveer 70.000 vluchtelingen met honger en ziekte te worden geconfronteerd als niet snel hulporganisaties naar de regio terugkeren. Een woordvoerder van het Sudanese Volksbevrijdingsleger (SPLA), Lam Akol, waarschuwde hier dinsdag voor. De vluchtelingen zijn uit hun dorpen en steden verdreven door gevechten tussen het regeringsleger en de rebellen.
Volgens Akol is de strijd in de provincie Boven-Nijl inmiddels gestopt, maar zwerven de vluchtelingen nog rond en voeden ze zich voornamelijk met waterlelies. Hulpverleners van de Verenigde Naties en andere organisaties werden door het geweld gedwongen de regio, op ongeveer 800 kilometer ten zuidwesten van de Sudanese hoofdstad Khartoem, te verlaten.
De strijd brak in maart uit ondanks een van oktober 2002 daterend staakt-het-vuren en vredesbesprekingen die nu bijna twee jaar aan de gang zijn. De jongste gevechten vonden plaats op 2 mei, toen de rebellen een aanval van door de regering gesteunde milities afsloegen, zei Akol.
Een internationale bestandscommissie meldde vorige maand dat regeringstroepen in strijd met het staakt-het-vuren aanvallen op dorpen en stellingen van de rebellen in Shilluk hadden ondernomen. Net als Akol maakte de commissie gewag van ongeveer 70.000 vluchtelingen.
Het SPLA en de regering begonnen in juli 2002 vredesoverleg in Kenia. Door onenigheid over resterende vraagstukken is het beraad in een impasse beland. De crisis in Zuid-Sudan valt samen met een crisis in de regio Darfur in West-Sudan, waar meer dan 1 miljoen mensen op de vlucht zijn gejaagd. Internationale hulporganisaties zeggen dat het regeringsleger met behulp van Arabische milities er bezig is met een etnische zuivering van niet-islamitische Afrikanen.