Dat blijkt uit cijfers van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), die vandaag in Parijs zijn verschenen. Met de uitgaven zit Nederland (de cijfers dateren van 2001) iets boven het OESO-gemiddelde.

De Verenigde Staten zijn met 4887 dollar koploper. De Amerikanen worden gevolgd door Zwitserland en Noorwegen. Hekkensluiter is Mexico met 508 dollar per inwoner.

Uit het overzicht blijkt tevens dat het aantal 80-plussers in Nederland 3 procent van de bevolking bedraagt. Het gemiddelde is 2,8 procent. In Zweden, Noorwegen en Groot-Brittannië ligt dat percentage al op 4 procent. Als het gaat om levensverwachting is Nederland een middenmoter.

Vergeleken met andere rijke landen geeft Nederland betrekkelijk weinig uit aan geneesmiddelen: 10,1 procent. Bijna alle landen zitten ruim boven dat percentage, de mediterrane landen zelfs boven de 20 procent.

Kanker komt in Nederland meer voor dan in de andere OESO-landen. Vooral borstkanker bij vrouwen en longkanker bij mannen springen er uit. Wel is Nederland minder gaan roken. Al is het aandeel rokers (32 procent van de bevolking) nog relatief hoog. Als het om vetzucht gaat, behoort Nederland tot de achterblijvers.

Met de wachttijden voor zorg blijkt het vergeleken met andere landen wel mee te vallen. In andere landen zijn er normwachttijden van meer dan drie of zelfs zes maanden. In Nederland wordt gemiddeld zeven weken wachten als een probleem gezien. In de praktijk ligt de wachttijd zelfs nog lager: gemiddeld vier à vijf weken voor ziekenhuiszorg.

Het aandeel vrouwelijke artsen neemt in alle landen sterk toe. In Nederland steeg het aandeel van 15 procent in 1970 tot 35 procent in 2000. In sommige landen (Tsjechië, Finland, Polen) zijn er nu meer vrouwelijke dan mannelijke artsen.