De Gekanaliseerde Hollandsche IJssel stroomt van Nieuwegein naar Gouda en gaat bij de Waaiersluis over in de Hollandsche IJssel. Onderweg passeert het water de gemeenten IJsselstein, Montfoort, Oudewater en Krimpenerwaard.

Nu Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden het beheer en onderhoud van Rijkswaterstaat heeft overgenomen, vindt het schap het hoog tijd de Gekanaliseerde Hollandsche IJssel op te knappen.

Baggeren staat boven aan het prioriteitenlijstje. „We hebben eerst gezocht naar bommen en granaten. Er is van alles uit het water gehaald: autobanden, fietsen en brandkasten, maar nu is de zaak veilig”, grapte hoogheemraad Bert de Groot op een van de informatieavonden. Dat baggeren is hard nodig. „Er blijkt sprake van achterstallig onderhoud. Op sommige plaatsen is het even geleden dat er gebaggerd werd.”

Er gebeurt meer dan alleen het verwijderen van de sliblaag, die jaarlijks een halve tot een centimeter aandikt. „We doen wat extra’s, zodat we over een paar jaar niet weer aan de slag moeten. Bovendien hebben we een KWA-opgave uit te voeren.”

Zoet water

KWA staat voor Kleinschalige Water Aanvoervoorzieningen, een watertransportroute die in droge tijd zoet water naar West-Nederland voert. „Als het erg droog is, rukt het zoute water via de Nieuwe Waterweg op naar Gouda”, weet De Groot. „Dat moeten we via de KWA terugdringen.”

Door de watergang extra diep te maken, neemt de aanvoercapaciteit van zoet water toe van 8 naar circa 15 kubieke meter per seconde. Er wordt gekeken naar de situatie ter plaatse, maar op sommige stukken wordt er 30 centimeter extra gebaggerd. „We houden wel rekening met de oeverstabiliteit en blijven twee meter uit de oever.”

Overigens moet de eerste stap van de capaciteitstoename KWA pas in 2021 klaar zijn. Zoals het hele project gefaseerd wordt uitgevoerd.

Het onderhoud aan kades en oevers is een andere prioriteit van het miljoenenproject. Omgevingsmanager Esther Kleinveld: „Dit jaar pakken we 6 kilometer oever aan. Er zijn een paar slechte stukken waarmee we beginnen. We vervangen slechte beschoeiingen en passen waar nodig de hoogte van keringen aan. Eigenlijk is dit één groot onderhoudsprogramma, pas over dertig jaar moet alles klaar zijn.”

Het waterschap wil verder regels opstellen voor de handhaving van de verkeersveiligheid op het water. Daar hoort ook het onderhoud van overhangend hout bij.

Tijdens een serie informatieavonden –morgen is de laatste in Haastrecht– werden betrokkenen van de plannen op de hoogte gesteld. Ton Kool uit Nieuwegein is een van hen. Hij woont aan het water. „Natuurlijk moet het water bevaarbaar zijn. Dat tegelijkertijd de omgeving wordt opgeknapt, vind ik ook best. De beschoeiingen moeten wel goed zijn. Er wordt bij mij druk gevaren en die bootjes hebben zo’n snelheid dat de grond wegspoelt. Ik ben tevreden met wat ik hoor.”

Rommel

Berend Siepel is vooral benieuwd naar de waterstanden. „We wonen langs het jaagpad. Als het waterpeil te veel omhoogkomt, hebben wij straks natte voeten.”

Jos Bruggink dringt aan op handhaving. „Bij ons liggen er altijd bootjes aan de kant, een beetje verstopt achter de begroeiing. Als ze weg zijn, blijft er vaak rommel achter. Heel vervelend.”

Volgens Kleinveld maken de inwoners massaal gebruik van de inspraakmogelijkheden. „We krijgen veel suggesties. Mensen komen met ideeën voor aanlegplaatsen, insteekhaventjes, boothellingen, een terras of het herstel van een jaagpad.”

Dit voorjaar worden alle ideeën en voorstellen bekeken en gaat het Hoogheemraadschap om de tafel met de gemeenten. „Voor de zomer komen we terug bij de inwoners met onze visie. Na de zomer gaan we echt beginnen.”