Nederlandse militair omgekomen in Irak
Een 36-jarige sergeant van de Luchtmobiele Brigade is maandag in Irak omgekomen door een aanslag met handgranaten. Een tweede militair raakte ernstig gewond bij de aanslag in de stad Samawah in het zuiden van Irak. Hij ligt in het mobiel hospitaal op het Nederlands kamp. Zijn toestand is stabiel.
De Iraakse politie heeft twee verdachten opgepakt na de aanslag. Ze worden verhoord. De Koninklijke Marechaussee en een juridisch adviseur zijn daarbij aanwezig, aldus vice-premier De Graaf dinsdagmorgen. De Graaf verving premier Balkenende, die in het buitenland is.
De Graaf betuigde zijn medeleven aan de familie van het slachtoffer. De man, een sergeant van de Luchtmobiele Brigade uit Schaarsbergen, laat een vrouw en twee kinderen achter. De Graaf sprak van een „verschrikkelijke schok voor iedereen.”
Volgens de vice-premier zijn extra veiligheidsmaatregelen getroffen rond de Nederlandse troepen in het zuiden van Irak. Hij trad niet in detail. „Maar we zijn er om te waken over de veiligheid van de bevolking. Het werk gaat door”, voegde de D66-bewindsman er meteen aan toe.
Bij de aanslag raakte één soldaat gewond, maar hij is aanspreekbaar, aldus De Graaf. De twee militairen kwamen uit hetzelfde bataljon, dat in De Graafs woorden een „grote klap” heeft gekregen.
De overleden sergeant is de eerste Nederlandse militair die door oorlogsgeweld omkomt sinds de dood van Dutchbatter Raviv van Renssen in Srebrenica in 1995. Bij alle kazernes, gebouwen en terreinen van defensie hangt vandaag de vlag halfstok. Dat geldt ook voor Nederlandse bases in Bosnië en Afghanistan.
De man is de eerste Nederlandse militair die omkomt in Irak. Half maart kwam een Nederlandse ingenieur die voor een Duits bedrijf werkte om bij een aanslag in de buurt van Bagdad. Andere westerse landen hebben al veel meer doden te betreuren gekregen. Er zijn inmiddels meer dan 760 Amerikanen gedood. Ook onder Britten, Spanjaarden en Italianen vielen al tientallen doden.
De aanslag werd maandagavond om 19.50 uur Nederlandse tijd gepleegd. Volgens het ministerie van Defensie werd een aantal handgranaten naar patrouillerende Nederlandse militairen gegooid, die op een brug over de rivier de Eufraat liepen in Samawah, de hoofdstad van de provincie al-Muthanna.
Het is aan de familie van de omgekomen sergeant om te bepalen of de man een begrafenis met militaire eer krijgt. Hij wordt dan begraven op het ereveld in Loenen op de Veluwe.
Het was niet voor het eerst dat de ongeveer 1260 Nederlandse militairen in Irak te maken hadden met geweld. Twee keer waren er mortierbeschietingen op Nederlandse kampementen in Samawah en Rumaytah. Daarbij vielen geen gewonden. Ook was er een aantal schietincidenten, waarbij geen Nederlanders maar wel Irakezen omkwamen.
Namens de vakbond voor militairen AFMP liet voorzitter W. van den Burg weten dat er de komende tijd rekening moet worden gehouden met meer slachtoffers onder de Nederlandse militairen in Irak. „Het is naïef te denken dat Nederlandse militairen gevrijwaard blijven van geweld.”
Het kabinet wil de komende weken een beslissing nemen over de verlenging van de Nederlandse missie in Irak. In de Tweede Kamer bestaan grote twijfels. De linkse oppositie is tegen. Ook de kleinste regeringspartij, D66, overweegt nee te zeggen.
Voor de VVD is de aanslag op Nederlanders in Irak een reden „standvastig te blijven en de rug recht te houden.” Kamerlid Wilders: „Als we niet willen dat mensen die granaten gooien het voor het zeggen krijgen in Irak, moeten we nu standvastig zijn. Ook kunnen we onze bondgenoten in Irak niet in de steek laten. Nederland zou geen knip voor de neus waard zijn als we nu zouden vertrekken”, aldus Wilders.
Voor het CDA zou het terughalen van militairen uit Irak een „beloning voor verderfelijk terrorisme zijn.” Dat zegt CDA-kamerlid Eurlings. Volgens hem geeft de aanslag aan dat de situatie in de provincie al-Muthanna structureel verslechtert. Hij noemt de aanslag „uitermate zorgwekkend.”
De SGP zegt alle vertrouwen te hebben dat „alle verantwoordelijken er alles aan doen om de veiligheid in Irak te waarborgen”. De partij wil „in geen geval” denken aan een vertrek uit Irak van de Nederlandse militairen en wacht eerst een veiligheidsanalyse van de situatie af.
„We moeten de maat opnieuw opmaken, maar wij hebben de verantwoordelijkheid genomen. En een vertrek uit Irak heeft ook nare kanten.”, aldus een woordvoerder van de SGP. „Het is heel aangrijpend wat er gebeurd is, maar we wisten dat er aan de missie risico’s verbonden zijn.”
Tweede–Kamerlid Huizinga (ChristenUnie) noemde het overlijden van een Nederlandse militair in Irak „ongelooflijk”. „Je weet dat je daar risico’s loopt, maar dit is een hele schok ook voor het moreel van de militairen”, aldus het Kamerlid. Zij zei mee te leven met de familieleden van het slachtoffer en zijn collega’s.
Huizinga wil zo snel mogelijk een nieuwe veiligheidsanalyse van de situatie in Irak voor de Nederlandse militairen. „Als het buiten het kamp zo gevaarlijk is, dat zij hun werk niet meer kunnen doen, is het niet verstandig om daar te blijven.”