Kerk & religie

Oog voor straatjongeren in Rotterdam-Delfshaven

„Ik ga maar eens even kijken waar die gangsters uithangen.” Het is vrijdagavond, net half 8 geweest. Jeugdleider Jonathan Pellegrom trekt de deur van het buurthuis in de Rotterdamse wijk Delfshaven achter zich dicht en loopt de straat op. Op zoek naar jongeren voor de club.

11 February 2017 09:58Gewijzigd op 16 November 2020 09:47
De wijk Delfshaven in Rotterdam. beeld Cees van der Wal
De wijk Delfshaven in Rotterdam. beeld Cees van der Wal

Ondanks het koude, regenachtige weer is het druk op straat. Voorbijgangers haasten zich langs de Marokkaanse en Turkse eettentjes, cafés en belwinkels aan de Schiedamseweg. Al na een paar seconden krijgt Pellegrom (28), leidinggevende bij Streetlink, een organisatie die evangeliseert onder straatjongeren, een jongere in het vizier. Hij komt zijn kant oplopen en blijkt onderweg naar de club. Een groet, een schouderklop, „tot zo”, en Pellegrom vervolgt zijn weg.

Het miezert en het is guur, maar desondanks bevinden de meeste jongeren in deze wijk zich op straat, zegt Pellegrom. „De straat heeft in allochtone culturen een andere functie dan bij ons. Wij gebruiken die als middel om ons te verplaatsen. Voor de jongeren is het een ontmoetingsplek.”

Sommige jongens zijn overdag niet welkom thuis. „Hun ouders sturen hen ’s ochtends vroeg met een zak chips en wat geld de straat op met de boodschap: „We zien je vanavond wel weer.””

Verrader

Bij een groot voetbalplein aan de Wattierstraat, een grauwe buurt met overwegend sociale huurwoningen, wijst Pellegrom op een paar stenen bankjes. „Hier heb ik pratend met jongeren heel wat uurtjes doorgebracht.” Vanavond valt er niemand te bekennen.

„Met oud en nieuw kun je hier beter niet zijn”, vertelt Pellegrom, die vier jaar met zijn vrouw en destijds twee jonge kinderen in de wijk heeft gewoond. „Zwaar vuurwerk vliegt je om de oren. Auto’s worden in de fik gestoken. Het is dan echt een chaos hier.”

In een van de etagewoningen deed drie jaar geleden de politie een inval. Pellegrom was er getuige van. „De politie stormde beneden het huis in. Uit het bovenraam kwam de gezochte man in zijn boxershort via de regenpijp naar beneden. Ik belde gauw 1-1-2, maar dat werd me door omstanders niet in dank afgenomen. „Verrader!” riepen ze allemaal.”

Omdat hij verder geen bekende jongeren meer op straat tegenkomt, keert Pellegrom terug naar het buurtsteunpunt aan de Spanjaardstraat, dat Streetlink deelt met het Leger des Heils. Het Leger organiseert er doordeweeks activiteiten zoals taalles, vrouwenochtenden, fitness en een mannenmiddag voor buurtbewoners. Streetlink maakt er op woensdag en vrijdag gebruik van.

Er is inmiddels een aantal jongens, allemaal met een allochtone achtergrond, binnengedruppeld in „de huiskamer van de wijk”, zoals het buurthuis wordt genoemd. Luidruchtig ploffen ze, met hun jassen aan, neer in de grijze banken en oranje gestoffeerde stoelen rondom de salontafel. Spelcomputer PlayStation is favoriet. Twee jongeren spelen er de voetbalgame FIFA op. Ze projecteren het beeld op de muur, waardoor de voetballers door de woonkamer lijken te rennen. De rest kijkt toe.

Een stel anderen speelt kaart met een aantal vrijwilligers aan de eetkamertafel. Tegen de muur staat een kast, volgestapeld met boeken over allerhande onderwerpen. ”Gratis mee te nemen”, vermeldt een briefje erbij. De jongens hebben er geen belangstelling voor.

Drie maaltijden

De 19-jarige Carlos –hij gebruikt liever niet zijn echte naam– maakt zich los van zijn computerspel en is bereid om wat vragen te beantwoorden. Hij komt zo’n anderhalf jaar bij de club, „omdat mijn vrienden me vertelden dat het er gezellig is. Maar een tijdje kon ik niet komen, omdat ik op vrijdagavond lezingen in de moskee bezocht”, zegt hij er haastig achteraan.

Hij vindt het prettig dat hij bij de leiding terechtkan met vragen. „Als ik bijvoorbeeld werk moet zoeken, helpen ze mij bij het maken van een cv. Ook met zaken over het geloof kom ik bij hen. Dan vraag ik bijvoorbeeld: „Geloven jullie echt dat Jezus is gekruisigd?” Daar praten we dan wel een halfuur over met elkaar.”

Hoogtepunt was voor Carlos het kamp in december. „We gingen drie dagen met elkaar weg. Dat was heel leuk. We deden voor 110 euro boodschappen bij de ALDI en kregen drie maaltijden per dag. Ook gingen we twee keer bij de McDonald’s eten.”

Zijn ouders, allebei moslim, vinden het prima dat hij naar een christelijke club gaat. „Ik kan beter hier zijn dan dat ik op straat rondloop, vinden ze. Hier praten we over verschillende onderwerpen waar ik veel van leer.”

Rottigheid

Wouter Grootendorst (28) is sinds een paar jaar betrokken bij Streetlink. Eerst als vrijwilliger, nu als betaalde parttime kracht. Hij vindt het „geweldig om met jongeren op te trekken en met hen in gesprek te gaan over het Evangelie.”

Niet dat daar altijd ruimte voor is, maar op sommige momenten wel, ervaart hij. „Op kamp deelde ik op een avond rond het kampvuur mijn levensverhaal met de jongens. Ik ben gescheiden en voelde me lang schuldig en onwaardig tegenover God. Ik vertelde hun wat genade voor mij betekent. Dat maakte diepe indruk op hen. Zo erg dat sommigen in huilen uitbarstten. Vervolgens hebben we het daar nog een hele poos met elkaar over gehad.”

Anderzijds waren er ook „pittige momenten” op de club. „Een paar jaar geleden hadden we een lastige groep. Een groot deel van de groep had een criminele achtergrond en kwam op de club om rottigheid uit te halen. De ruit van onze voordeur werd in één jaar vijf keer ingetrapt. De damstenen vlogen regelmatig in het rond of vrijwilligers kregen een klap of een stomp.”

Beveiliging

Op een gegeven moment was voor de leiding de maat vol en is de club een maand gestopt. „Toen we weer startten, waren alleen jongeren welkom die zich relatief goed gedroegen. We spraken duidelijke regels af. Wie door een ander heen praatte, kreeg een gele kaart; gebeurde het nog een keer dan moest diegene vertrekken. De eerste keren zaten er aan het einde van de avond nog maar twee of drie jongens. Gaandeweg ging het beter en de laatste tijd hebben we nauwelijks problemen meer. Je merkt dat de jongens behoefte hebben aan duidelijke grenzen.”

Een lastig punt blijft volgens Grootendorst het maken van een uitstapje. „Laatst gingen we met z’n allen naar de bioscoop. Dat kun je er de klok op gelijkzetten dat het uit de hand loopt. De jongens gedroegen zich zo luidruchtig dat ze er door de beveiliging uitgezet werden. Naar aanleiding van hun gedrag hebben we toen serieus met hen gepraat. Ze erkenden dat ze te ver waren gegaan.”

Grootendorst wil op de club vooral „laten zien Wie God is voor deze gasten. Zij verstieren het iedere keer, maar wij tonen hun wat genade is door de deur voor hen open te blijven zetten. Ik zeg dan tegen hen: „Omdat Jezus mijn strafblad heeft uitgewist, vergeef ik jou ook.””

„Mijn gezin kreeg te maken met bedreigingen”

De christelijke missionaire organisatie Agapè organiseert sinds tien jaar activiteiten in de Rotterdamse achterstandswijk Delfshaven. Eerst onder de noemer Athletes in Action, waarbij vrijwilligers door middel van sport contacten legden met buurtbewoners. Later ontwikkelde Agapè bredere activiteiten, zoals kinder- en tienerclubs, survivalkampen, straatwerk en buurtprojecten. Sinds twee jaar gebeurt dit onder de vlag van Streetlink, het onderdeel van Agapè dat een brug wil slaan tussen de kerk en de jeugd van de straat.

Jonathan Pellegrom, die onlangs een boek schreef over evangelisatie onder straatjongeren, en zijn vrouw Jeanine zijn sinds 2009 betrokken bij Streetlink in Delfshaven. „Ons hart ligt bij jongeren die het moeilijk hebben en Jezus niet kennen. We willen hun laten zien dat God van hen houdt en hen helpen bij de vragen die ze hebben.”

Streetlink organiseert in Delfshaven, in samenwerking met het Leger des Heils, een kinderclub, twee meidenclubs en twee jongensclubs. Op vrijdagmiddag gaan jongens in gesprek over een thema, zoals geloof, relaties en werk. Op vrijdagavond komen ze bij elkaar om te ontspannen. Ook gaat Pellegrom regelmatig de straat op om in contact te komen met hangjeugd. „We zoeken naar activiteiten die aansluiten bij hun leefwereld en proberen zo iets van het Evangelie te delen.”

De meeste jongens hebben een Turkse, Marokkaanse of Antilliaanse achtergrond en groeien op in een onveilig milieu, vertelt Pellegrom. „Velen van hen zijn weleens in aanraking geweest met de politie. Sommigen in de thuissituatie, anderen persoonlijk voor diefstal of geweld. Een ruwe omgeving.”

Gebroken gezinnen zijn eerder standaard dan uitzondering, ziet de leidinggevende. „Vaders die er meerdere vriendinnen op nahouden. Moeders die de ene man na de andere hebben. Dat heeft z’n gevolgen voor het beeld dat deze jongeren van relaties hebben. De meesten gaan er niet van uit dat ze hun hele leven bij één partner blijven.”

Pellegrom ervaart dat het lastig is om het vertrouwen te winnen van straatjongeren. „In gesprekken kom je soms dicht bij het hart van hen, maar een volgende keer kunnen ze zich weer misdragen. Daar ligt bij sommigen hechtingsproblematiek aan ten grondslag, waardoor ze het lastig vinden om zich aan iemand te binden.”

Tijdens een weekendje weg vertelde een jongen aan Pellegrom dat hij net als Samuël de stem van God had gehoord en dat hij graag de Bijbel wilde lezen. „Eenmaal thuis liet hij niets meer van zich horen. Ik ben nog bij hem langsgegaan, maar daar werd niet opengedaan.”

Pellegrom woonde met zijn vrouw en kinderen vier jaar in de wijk. „We zijn vertrokken, mede vanwege de onveiligheid. Soms deed ik aangifte bij de politie tegen jongeren vanwege vernieling of agressie. Enkelen van hen namen me dat niet in dank af. Mijn gezin en ik kregen te maken met doodsbedreigingen. Ook ben ik weleens op straat bedreigd met een mes. Het was voor mijn werk goed om hier in Delfshaven te wonen, maar niet voor mijn privéleven.”

Momenteel woont hij met zijn gezin in Nieuwerkerk aan den IJssel. Twee dagen in de week is hij nog betrokken bij Streetlink in Rotterdam. De overige dagen geeft hij leiding aan het landelijke team van Streetlink. Het echtpaar is aangesloten bij evangelische gemeente De Brandaris in Rotterdam.

Wat het werk onder straatjongeren uitwerkt, daar heeft hij geen zicht op, zegt Pellegrom. „Eén ding is zeker: het leven van een jongere verandert als hij in aanraking komt met God en met mensen die echt om hem geven. Ook al zien wij dat niet altijd.”

agape.nl/streetlink

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer