Haven ‘voorzichtig tevreden’ ondanks daling
Havenbedrijf Rotterdam is ondanks een lichte daling in de goederenoverslag ten opzichte van het recordjaar 2015 „voorzichtig tevreden”. „Dit was het op één na beste jaar ooit”, plaatste topman Allard Castelein donderdag de jaarcijfers in perspectief.
De daling kwam vooral op het conto van zogenoemde droge massagoederen als kolen en ertsen. De teruggang in de aanvoer van kolen (min 7,3 procent) is grotendeels te wijten aan de sluiting van kolencentrales. De overslag van ruwe olie en andere natte massagoederen bleef ongeveer gelijk. De totale goederenoverslag daalde met 1,1 procent tot 461,2 miljoen ton.
Castelein benadrukte dat nog nooit zoveel containers werden overgeslagen in Rotterdam als vorig jaar. Daarbij werd onder meer geprofiteerd van nieuwe terminals op de Tweede Maasvlakte, die in de tweede helft van jaar op stoom kwamen.
In de laatste zes maanden van 2016 steeg de overslag dan ook sterker dan die van grote concurrent Antwerpen. De Rotterdamse haven handhaafde zijn marktaandeel in de containeroverslag op 30 procent, nog altijd een kwart meer dan Antwerpen.
De haven zegt voor grote uitdagingen te staan, zoals digitalisering en de energietransitie. Daarbij wordt ingezet op innovatie als het hergebruik van (chemisch) afval, restwarmte, offshoreactiviteiten ten behoeve van windparken op zee en de afvang van CO2.
Castelein ziet energietransitie als een kans. Hij liet tevens weten niet bang te zijn voor de gevolgen van eventuele Amerikaanse oppositie tegen de internationale klimaatdoelstelling. Volgens hem zijn die klimaatdoelstellingen „overal in de wereld geaccepteerd, ook door grote landen als India en China”.
Wel waarschuwde hij voor de gevolgen van protectionisme in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Handelsembargo’s zijn volgens hem in potentie schadelijk voor de Rotterdamse haven. „Protectionisme is niet de lijn die de wereld zou moeten volgen”, zei Castelein.
De omzet van het Havenbedrijf bleef stabiel op 675,4 miljoen euro. De winst steeg onder meer door kostenbesparingen met 5 procent tot 222,2 miljoen euro.