Verwarm elkaar
Hebr. 10:24, 25
„En laat ons op elkander acht nemen, tot opscherping der liefde en der goede werken; En laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten…”
Als hier en daar wat brandbaars is, breng het samen, leg het bijeen en steek er de brand in. Dat kan voor een goed vuur zorgen, en daar kunt u zich bij warmen. Blijf dan niet alleen zitten, maar ga naar het vuur toe.
Zo wijs bent u wel naar het lichaam: bent u koud, u stookt een vuur en loopt daarheen. Doe zo ook in geestelijk opzicht. Ga naar dat vuur dat de vromen in zich hebben –die dat dikwijls zelf niet weten– en warm u daarbij. Ja, al bent u beiden koud, sta dan tegen elkaar en u zult heet worden. Zoals twee koude stenen die men niet laat liggen maar tegen elkaar legt, haast vuur geven. Koude mensen hebben dit teken van een versteend hart in zich, maar zoek het verbrijzeld te krijgen, door de hamer en het vuur van Gods Woord.
Velen zijn er die de hand naar het vuur bewegen als ze koud zijn. Zo zijn er echter ook velen die in de verzoeking naar het vuur lopen om verzocht te worden, zonder vrees om zich te branden. Petrus liep op de verzoeking af, en toch was hij koud. Maar die zich snel brandt als hij het vuur aanraakt, is niet koud daar hij het aanstonds gevoelt.
Jodocus van Lodenstein, predikant te Utrecht (”De heerlijkheid van een waar christelijk leven”, 1767)