Het bataljon wordt gestationeerd bij de Litouwse oostgrens met Rusland. Drie andere worden naar Polen, Estland en Letland gestuurd. De zogenoemde Enhanced Forward Presence is bedoeld „om de NAVO te versterken in haar afschrikkende en defensieve houding”, aldus het ministerie. Achttien landen doen eraan mee.

Duitsland leidt het bataljon waar Nederland aan bijdraagt. In totaal levert Nederland een compagnie aan het bataljon: zo’n 120 manschappen. Daarnaast gaan er ook een aantal specialisten en stafleden, onder wie de plaatsvervangend bevelhebber. In totaal gaat het om zo’n 250 mensen. De meesten vertrekken half maart. Een Noorse compagnie voegt zich half mei bij de Nederlanders en de Duitsers.

De andere drie bataljons worden geleid door de Verenigde Staten, Canada en het Verenigd Koninkrijk.

De directeur van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, Onno Eichelsheim, zei twee weken terug in een interview met Trouw dat de militairen die naar Litouwen gaan zijn gewaarschuwd dat hun telefoons of sociale media kunnen worden gehackt. Ook is het volgens Eichelsheim mogelijk dat Rusland een incident ensceneert om de NAVO-macht in een kwaad daglicht te stellen. Dit zou weer de steun voor de missie in de Baltische staten en in Nederland kunnen ondergraven. „Rusland zou de komende tijd dus best iets tegen de Nederlandse militairen kunnen proberen”, zei Eichelsheim tegen Trouw.