Franse Nevers is de stad van het blauwe goud
„Wát?” Een jochie drukt zijn neus tegen een winkelruit in de Franse stad Nevers. Hij gelooft zijn ogen niet. Zestig euro voor een donkerblauw eierdopje is niet niks. „Die prijs klopt”, legt zijn opa uit. „Blauw goud heeft zijn prijs.”
Nevers staat te boek als de stad van het blauwe goud. Dit aardewerk met zijn diepblauwe kleur en witte versieringen werd voor het eerst in de zestiende eeuw vervaardigd. Dat Zonnekoning Lodewijk XIV (1638-1715) zijn zilveren borden verving voor aardewerk uit Nevers legde de pottenbakkers natuurlijk geen windeieren. Verschillende bordjes in de gevels aan de Rue du 14 Juillet herinneren aan hun ateliers.
Enkele ambachtslieden houden de traditie levend in de Loirestad, die een kleine 250 kilometer onder Parijs ligt. Een van hen is Laetitia Moreau met haar winkel en werkplaats Faïence Bleue aan de Rue du 14 Juillet. Evenals bij collega’s is het hier niet alleen donkerblauw wat de klok slaat. Er zijn ook overwegend witte creaties te bewonderen, waarvoor kopers minder diep in de buidel hoeven te tasten.
Vandaag voorziet Moreau de bloemblaadjes op een grijze vaas van diverse kleuren. De Française troont haar bezoek mee naar de gewelfde kelder onder haar winkel, waar stapels mallen op planken liggen. Geduldig legt ze uit wat ze zoal gebruikt om de beroemde blauwe tint te krijgen: „Onder andere kobalt, mangaan, koper en ijzer.”
Keizerlijke delicatesse
Nevers heeft meer eigen aardigheden in huis. Le Négus is er een van, het smaakvolle chocoladesnoepje van zachte karamel met een suikerlaagje. Zakken vol staan er in Au Négus aan de Rue F. Mitterrand te wachten op kopers. Een zakje van 125 gram mag voor 8 euro van eigenaar verwisselen. Niet alleen de versnapering, ook het winkelinterieur zelf is een wandeling naar de winkelstraat meer dan waard vanwege de kleurrijke Moorse elementen uit het begin van de vorige eeuw. Ze waren bedoeld als eerbetoon aan de keizer van Abessinië, het huidige Ethiopië.
Een winkeldame vertelt hoe Le Négus ontstond: „Het was vroeger een traditie om aan het eind van elk jaar een nieuwe delicatesse te bedenken. De naam ervan moest een relatie hebben met een belangrijke gebeurtenis in het voorbije jaar. In 1901 bezocht Menelik, de keizer (Négus) van Abessinië, de Franse president. Meer dan voldoende reden om de nieuw bedachte versnapering Le Négus te noemen, vond de toenmalige eigenaar van de delicatessezaak.”
Eigentijds glas in lood
Nevers ligt aan de Loire, aan de linkergrens van de regio Bourgondië. De stad is gastvrij voor toeristen. Een blauwe lijn op de straat leidt hen langs historische (vakwerk)huizen, hotels, torens, vestingmuren en kerken. Desgewenst kunnen toeristen zich via een audiogids laten bijpraten over dit erfgoed. „De audiogids weigert vandaag dienst”, verontschuldigen de medewerkers van het toerismebureau zich. Gelukkig vergoeden de Franstalige informatieborden onderweg veel.
Een van de opmerkelijkste bouwwerken in het voetgangerstraject is de kathedraal Saint-Cyr-et-Sainte-Julitte. Niet alleen omdat deze kerk zowel een romaans als een gotisch koor heeft, maar vooral vanwege de talrijke moderne glas-in-loodramen. Het eeuwenoude bouwwerk kreeg in juli 1944 de nodige bommen op zijn dak. Bij de restauratie viel de keus op hedendaags glas in lood voor de ramen. Die gebrandschilderde ramen zetten delen van de kerk in een prachtige gloed als de zon schijnt.
De blauwe lijn loopt ook langs de kapel Sainte-Marie, met zijn weelderige barokke gevel en langs de goudgele Saint-Etienne. In de Saint-Etienne verrast de combinatie van grijze steen, soberheid en strak lijnenspel van deze –volgens kenners– best bewaarde romaanse kerk van Frankrijk.
Nevers is een pleisterplaats voor pelgrims op weg naar Santiago de Compostella. Ze kunnen er onder toeziend oog van een monnik verwijlen bij de glazen schrijn waarin Bernadette Soubirous ligt opgebaard, haar gezicht en handen voorzien van een waslaag. Bernadette zou in 1858 in Lourdes visioenen hebben gehad, waarin Maria haar verscheen. Dit leidde er uiteindelijk toe dat Lourdes een bedevaartsoord werd.
Van 1866 tot haar dood in 1879 verbleef Bernadette in een klooster in Nevers. Naar eigen zeggen om zich te verbergen. Met haar uitspraak „Lourdes is niet de hemel” sloeg het eenvoudige meisje de spijker op de kop.
nevers-tourisme.com/pratique/documentation
leboisvieux.com/Toeristische%20info/Nevers.pdffaiencedenevers.fr
Bijbelverhalen in steen
Bourges verdient geen flitsbezoek, maar uitgebreider aandacht: een slentertocht door de historische straten, een uitgebreid bezoek aan de een van de mooiste kathedralen van Frankrijk en een rustmoment op een bankje in het park l’Hotel de Ville. Mét zicht op de eeuwenoude kerk.
Bourges ligt in Midden-Frankrijk. ‘Onze’ Johan van Oldenbarnevelt studeerde er een tijdje rechten. In het middeleeuwse hart van de stad trekken vakwerkhuizen de aandacht. Ze werden opgetrokken na de grote stadsbrand in 1487. De inwoners maakten bij de nieuwbouw dankbaar gebruik van het hout uit de omringende bossen. De rijkversierde gevel van het gotische Paleis van Jacques Coeur is daarentegen uit steen opgetrokken. De koopmanszoon stak hiermee zijn rijkdom niet onder stoelen of banken. Grappige details zijn de zogeheten schijnvensters met een gebeeldhouwde Jacques en zijn vrouw die de stad in ogenschouw nemen.
Onbetwist hoogtepunt van Bourges is de naar Stefanus vernoemde kathedraal, die gereedkwam in 1255. Niet voor niets prijkt de Saint-Etienne op de werelderfgoedlijst van de Unesco. Alleen al bij de vijf portalen met hun honderden beelden voelt een mens zich verschrompelen. In deze westgevel zijn verschillende Bijbelverhalen verbeeld, zoals dat van David die pijlen schiet en zijn jongen aanwijzingen geeft en de intocht van de Heere Jezus in Jeruzalem. Leuk dat een oma alle tijd neemt om haar kleinkind op dergelijke details te wijzen. Ze slaat de ernst van het uitgebeelde Laatste Oordeel niet over.
Ook in de gotische kerk voelt de bezoeker zich nietig. Alleen al vanwege de afmetingen: 118 meter lang, 41 meter breed en 37 meter hoog. Het ontbreken van het gebruikelijke dwarsschip maakt de kathedraal extra bijzonder. Een bezoeker bestudeert uitgebreid de 13-eeuwse gebrandschilderde ramen in de kooromgang met hun dieprode, -groene en -blauwe kleuren en tientallen (Bijbelse) afbeeldingen.
Het grafmonument van Jean de Berry in de crypte zit vol ‘graffiti’. Zo valt te lezen dat ”Baron” en ”Miquel” ooit hun naam in steen krasten. Blijkbaar heeft de gemuilkorfde beer die aan de voeten van de hertog ligt deze heren onvoldoende afgeschrikt.
bourges-tourisme.com
kunsttrip.nl/steden/bourges/bourges.htm
Gastvrije pelgrimsstad
Achtenvijftig, tweeënzeventig, eenentachtig, vierentachtig. Het klopt! De neiging om te tellen valt niet te onderdrukken. Telt deze trap, verplicht onderdeel van de Jakobsweg, wel de beloofde 84 treden? Sinds de twaalfde eeuw beklommen talloze pelgrims de trap aan de rand van het centrum van La Charité sur Loire. Daarna was het nog ver naar het Spaanse Santiago de Compostella.
In La Charité sur Loire kregen pelgrims een warm onthaal bij de monniken. Het plaatsje dankt zijn naam aan deze goede zorgen; charité betekent liefdadigheid. Pelgrims zijn er nog altijd welkom. Voor iets meer dan een tientje kunnen ze overnachten in de slaapzaal in het centrum.
Een wandeling over de 16e-eeuwse Loirebrug biedt het mooiste zicht op het oude stadsdeel. Daarbij springen de 12e-eeuwse klokkentoren en het boegbeeld van de stad –l’eglise Notre-Dame– het meest in het oog. Ondanks een grote stadsbrand, vernielingen en herbouw heeft deze kerk nog steeds grandeur. Mede dankzij het sobere interieur, de witte steensoort en de grootse afmetingen. Heerlijke plek om te onthaasten.
Dat er zo’n uit de kluiten gewassen kerk in zo’n bescheiden plaats staat, lijkt onlogisch, maar is het niet. In de twaalfde eeuw huisden er namelijk 200 monniken in de omringende kloostergebouwen. In 1789, het jaar van de Franse Revolutie, was dit aantal tot twaalf geslonken. Iets later, in 1840, planden cultuurbarbaren de koninklijke weg van Parijs naar Nevers door het schip van de kerk. Een monumentendeskundige stak daar gelukkig een stokje voor.
Niet alleen massa’s stenen, maar ook veel boeken in La Charité sur Loire zijn bejaard. Ze staan in de diverse antiquariaten die de boekenstad telt. Van vergeelde stripboeken en een lijvig boekwerk over autobouwer Porsche tot een tientallen jaren oude versie van ”Voyages de Gulliver” van Jonathan Swift. Behalve boekhandelaren streken ook boekbinders en kalligrafen in het Loirestadje neer.
Een wandeling langs de resten van oude muren en torens geeft een mooi zicht op de wirwar aan pannendaken in het charmante stadje. De kop Ethiopische koffie, met liefde gezet in het Couleur Café aan de Rue du Pont, smaakt heerlijk. De uitbater legt uit waarom hij hier neerstreek: „La Charité heeft sfeer.”
lacharitesurloire-tourisme.com
france-voyage.com/frankrijk-steden/la-charite-sur-loire-21495.htm