Van der Steur in twee jaar flink gebutst
In de bijna twee jaar dat Ard van der Steur de scepter zwaaide op het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft hij een flink aantal deuken opgelopen. Donderdag gooide hij de handdoek in de ring toen hij merkte dat er niet genoeg gevoel van vertrouwen in de Kamer meer voor hem was.
Aan de chaos rond de Teevendeal dankte het voormalige Tweede Kamerlid van de VVD zijn ministerschap. Uiteindelijk kostte de nasleep van dezelfde affaire zijn door hem begeerde plek. Tussen maart 2015 en januari 2017 raakte hij geregeld in de problemen, waaruit hij zich steeds ternauwernood wist te redden.
Zo was er de chaotische informatie over een foto van Volkert van der G., de vrijgekomen moordenaar van Pim Fortuyn, in de pers. Eerst wist het ministerie van niets, toen zou het de dag voor de publicatie zijn ingelicht, maar uiteindelijk bleek dat de foto was geregisseerd op initiatief van het Openbaar Ministerie, een actie om te voorkomen dat fotografen massaal op jacht zouden gaan.
Ook lag de VVD’er hevig onder vuur in de kwestie-Maat. Deze patholoog-anatoom deed onderzoek naar slachtoffers van rampvlucht MH17 boven Oekraïne en hield daarover een lezing met foto’s. Hoewel later bleek dat hem niets te verwijten viel, noemde Van der Steur dit direct „buitengewoon ongepast en onsmakelijk”. Van der Steur moest dat terugnemen, maar talmde daar maanden mee.
De deal van voormalig officier van justitie Fred Teeven met een drugscrimineel bleek eveneens een langdurige graat in zijn keel. De informatievoorziening aan de Kamer rammelde. Daarnaast bleek dat Van der Steur als Kamerlid de bewindslieden had geholpen terwijl parlementariërs hen juist moeten controleren. Daarvoor ging Van der Steur diep door het stof.
De minister moest excuses namens het kabinet aanbieden aan nabestaanden van slachtoffers van Bart U. Hij vermoordde zijn zus en oud-minister Els Borst. In deze zaak faalden verschillende instanties die te maken hadden met de psychisch verwarde U.
Van der Steur overleefde in april vorig jaar een debat over de aanslagen in Brussel. Hem werd passiviteit en klungeligheid verweten in de bestrijding van het terrorisme, maar kreeg toch nog een kans van de Kamer.
Tussen alle toestanden door speelde dat de Nationale Politie moeizaam van de grond kwam, een erfenis van voorganger Ivo Opstelten. Ook moest er een bemiddelaar aan te pas komen om een langdurig cao-conflict op te lossen.