Van der Steur heeft vertrouwen in debat
Minister Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie) gaat het debat met de Tweede Kamer over zijn rol bij de Teevendeal met vertrouwen tegemoet. Hij zei dat dinsdag nadat hij maandag opnieuw in opspraak was gekomen omdat hij informatie zou hebben achtergehouden over de zogeheten Teevendeal.
Van der Steur trekt in twijfel of de feiten een nieuw licht werpen op zijn rol. Hij herhaalde dat de commissie Oosting die de zaak heeft onderzocht, de beschikking heeft gehad over alle e-mails en dat de zaak al is besproken tijdens een Kamerdebat in december 2015.
Van der Steur antwoordde niet op de vraag of hij aan aftreden heeft gedacht, maar liet weten dat het aan de Kamer is om te beoordelen of hij aan kan blijven
In een boek van Nieuwsuurverslaggever Bas Haan wordt een e-mail aangehaald waaruit zou blijken dat op aandringen van toen nog VVD-Kamerlid Van der Steur informatie uit concept-antwoorden op Kamervragen van toenmalig minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie over de Teevendeal werden geschrapt. Onder meer bedragen die Fred Teeven - toen staatssecretaris op Veiligheid en Justitie - zich herinnerde over de deal werden eruit gehaald. Dat waren bedragen die de Kamer graag wilde weten.
In een brief aan de Tweede Kamer schrijft Van der Steur dinsdag dat hij als Kamerlid níet heeft voorgesteld de passage over de bedragen te schrappen. „Ik heb mij afgevraagd waarom deze bedragen niet eerder aan de Kamer waren gemeld. Dat achtte ik zeer kwetsbaar”.
Volgens Van der Steur geeft „het dossier geen fraai beeld, er is veel fout gegaan, er zijn moeilijke debatten over gevoerd”. Hij laat verder weten dat hij er lessen uit heeft getrokken „niet alleen voor mijn rol als Kamerlid maar ook voor het ministerie”.