Frans Hals op zaal onder de scan
Het schuttersstuk De Magere Compagnie, dat Frans Hals in 1637 gedeeltelijk schilderde, wordt vanaf heden op zaal in het Rijksmuseum in Amsterdam onderzocht met hulp van de Technische Universiteit Delft. Grote vraag is wie nou precies wat schilderde, want Hals begon er dan wel aan, maar het werd afgemaakt door Pieter Codde. Het doek wordt daarom millimeter voor millimeter onderzocht met een macroröntgenfluorescentie-scan, 25 hele dagen en nachten en dus ook als er publiek is.
Na de Magere Compagnie zullen vanaf 20 februari Hals’ vijf grote schuttersstukken in het Frans Hals Museum in Haarlem worden gescand. Ann Demeester, directeur Frans Hals Museum/De Hallen Haarlem: „Diepteonderzoek naar het oeuvre van Frans Hals is een van onze speerpunten. De unieke samenwerking met het Rijksmuseum en de TU Delft is een uitzonderlijke kans voor beide musea om de ‘hand van Hals’ nader te bestuderen. ”
Macroröntgenfluorescentie analyseert de verschillende chemische elementen in de verf. Dit geeft informatie over de stappen in het maakproces van het schilderij en de werkverdeling tussen de twee schilders, zo is de verwachting.
Conservatoren en onderzoekers zullen een paar keer per week uitleg geven aan het publiek in het Rijks over het onderzoek naar De Magere Compagnie. Taco Dibbits, hoofddirecteur Rijksmuseum, is „razend benieuwd” naar de resultaten: „Dit vernieuwende technisch onderzoek geeft nog meer een kijkje in de keuken van de kunstenaar. ”
Frans Hals maakte De Magere Compagnie niet af omdat hij het aan de stok kreeg met de schutters. Nadat hij in ieder geval de zeven figuren aan de linkerzijde had vereeuwigd, gaf hij er de brui aan.