„Geen reden voor verbod paddo’s”
Er is geen enkele reden om bewerkte hallucinerende paddestoelen te verbieden. Dat staat in een brief van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) die donderdag in handen kwam van de Geassocieerde Pers Diensten (GPD). Het stuk zou vrijdag dienen als advies aan het gerechtshof in ’s-Hertogenbosch, dat moet beslissen of gedroogde paddo’s terecht zijn verboden.
De Hoge Raad bepaalde in 2002 dat bewerkte hallucinogene paddestoelen onder de Opiumwet vallen en dus illegale drugs zijn. Volgens deze beslissing is drogen ook een vorm van bewerken. Onbewerkte (verse) paddo’s zijn niet verboden.
De senior inspecteur voor opiumwetzaken schrijft dat een bewerking een „vast of vloeibaar mengsel van substanties” is. Gedroogde paddestoelen zijn niet bewerkt, of gemengd met verboden middelen die in de Opiumwet staan. Ze bevatten de verboden, werkzame stoffen psilocyne en psilocybine van nature. „Er bestaat geen enkele reden om bewerken op basis van de Opiumwet te verbieden”, aldus inspecteur W. Best.
Omgekeerd redeneert de inspecteur dat wanneer psilocyne en psilocybine worden toegevoegd aan bijvoorbeeld champignons er wel een preparaat ontstaat zoals bedoeld in de Opiumwet. Best baseert zich in zijn advies op een standpunt uit 1971 van de International Narcotic Control Board, het narcoticabureau van de Verenigde Naties.