Muziek

Afscheidsbundel mooi eerbetoon aan markant wetenschapper dr. Luth

De afscheidsbundel die dr. Jan Luth in november kreeg bij zijn afscheid van de Rijksuniversiteit Groningen is een mooi eerbetoon aan een markant wetenschapper.

Dick Sanderman
17 January 2017 16:09Gewijzigd op 16 November 2020 09:36
Hymnoloog dr. Jan Luth (l.) nam in november vorig jaar afscheid als docent van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Dr. Justin Kroesen overhandigde hem bij die gelegenheid de vriendenbundel ”Bach, het kerklied en het orgel”. beeld Sjaak Verboom
Hymnoloog dr. Jan Luth (l.) nam in november vorig jaar afscheid als docent van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Dr. Justin Kroesen overhandigde hem bij die gelegenheid de vriendenbundel ”Bach, het kerklied en het orgel”. beeld Sjaak Verboom

Met een symposium nam dr. Jan R. Luth op 10 november vorig jaar afscheid als universitair docent liturgiewetenschap aan de faculteit godgeleerdheid en godsdienstwetenschap van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Zijn vertrek betekent tevens het einde van een 53 jaar lange traditie van hymnologisch onderzoek aan de RUG.

Met steun van de Koninklijke Vereniging van Organisten en Kerkmusici (KVOK) en de Vereniging van Gereformeerde Kerkmusici (VGK), twee verenigingen waarin Luth lange tijd actief is geweest, verscheen een afscheidsbundel met bijdragen van dertien vakgenoten, over onderwerpen die de onderzoeksterreinen van Luth bestrijken: Bach, het kerklied en het orgel.

Verdwenen

De verscheidenheid aan onderwerpen maakt de bundel voor een breed publiek aantrekkelijk. Wie geïnteresseerd is in orgelbouw, kan zich laven aan bijdragen van onder anderen Justin Kroesen (”Middeleeuwse orgels in dorpskernen”, een artikel waarin vooral veel feiten worden opgesomd) en Harmen Trimp (”Historiserende orgelbouw in een gereformeerde kathedraal”).

Het artikel van Peter van Dijk over de orgelmaker Petrus van Oeckelen en diens eerste orgel illustreert hoe het wetenschappelijk bronnenonderzoek profijt heeft van het feit dat zo veel archiefmateriaal tegenwoordig gedigitaliseerd is en thuis vanachter de computer kan worden geraadpleegd.

Bijzonder boeiend vond ik de bijdrage van Kees van der Ploeg over het orgel als onderdeel van het protestants kerkinterieur rond 1900. Wat zijn er rond 1900 alleen al in Rotterdam een monumentale kerken gebouwd – en wat zijn er daarvan ook alweer veel verdwenen! Vanzelfsprekend wordt in dit artikel de lijn getrokken naar de Noorderkerk in Groningen, de ”gereformeerde kathedraal” waar Luth jarenlang organist was en waaraan Harmen Trimp zijn artikel wijdde.

Lokkertje

Twee cantates van Bach vormen het onderwerp van de artikelen die Arie Eikelboom en Jan Smelik bijdroegen aan de afscheidsbundel. Centraal staat, zowel in de bundel als in het werk van Luth, het kerklied, met bijdragen van onder anderen Anton Vernooij (over het eenstemmige rooms-katholieke geestelijk lied in de achttiende eeuw) en Sybe Bakker (over het ”Eigen geschrift Davids”, ook wel aangeduid als Psalm 151).

Jaco van der Knijff, de laatste promovendus van Luth, beschrijft in zijn artikel ”Een pinksterlied voor de boeren in Overijssel” hoe al vanaf de zestiende eeuw de gereformeerden tijdens hun kerkdiensten vaak méér liederen zongen dan alleen de psalmen van Datheen, die door de synodes waren toegestaan. Juist nu we aan de vooravond staan van de Reformatieherdenking is het interessant om kennis te nemen van het feit dat zo veel liederen uit de lutherse traditie ook in ons land een –niet altijd helemaal legale– plaats hadden tijdens de eredienst. Van der Knijff citeert een uitspraak van de nationale synode van Middelburg (1581), waarin toestemming wordt verleend om in Overijssel enkele uitgelezen Duitse gezangen aan een psalmbundel toe te voegen, om daarmee de boeren aan het psalmzingen te laten wennen. De gezangen dienden dus als lokkertje om het Overijsselse landvolk vertrouwd te laten raken met de psalmen.

Koraalboek

Met buitengewone belangstelling las ik het artikel van prof. dr. Robin A. Leaver, emeritus hoogleraar aan Rider University in Princeton (VS), over twee koraalboeken uit de tijd rond 1800: het ”Psalm-Boek voor het Orgel” van Marten Jelle Zuidhof en het ”Choral-Buch” van Johann Christian Kittel, beide in manuscript bewaard gebleven.

Met koraalboek wordt in dit geval niet bedoeld een boek met per lied een voorspel, een uitgeschreven harmonisatie en eventueel een tussenspel, maar een eenstemmige melodielijn met daaronder een aantal verschillende bassen met becijfering. Bij Zuidhof zijn het vijf tot zeven bassen, bij Kittel drie tot vijf. De organist heeft daarmee de mogelijkheid om per couplet een andere harmonisatie te spelen. Of de keuze van die andere harmonisatie werkelijk ingegeven is door de inhoud van de gezongen strofe, zoals Leaver suggereert, waag ik te betwijfelen. Voor deze hypothese ontbreekt vooralsnog de onderbouwing.

Achterhoek

De inleidende bladzijden bieden een boeiend en soms amusant kijkje achter de schermen van de faculteit godgeleerdheid en godsdienstwetenschap van de Rijksuniversiteit Groningen, waar Luth zo lang werkzaam is geweest.

Illustere voorgangers zoals Jan Wit, Caspar Honders en Regnerus Steensma passeren de revue. Luth verdedigde in 1986 zijn spraakmakende dissertatie ”Daer wert om ’t seerste uytgekreten…”, over de gemeentezang in het Nederlandse gereformeerde protestantisme, en kon na zijn promotie ook formeel worden aangesteld als opvolger van Jan Wit, een functie die hij in de praktijk al enkele jaren bekleedde.

Met het afscheid van Jan Luth komt er een einde aan het tijdvak waarin hymnologisch onderzoek werd bedreven aan de Rijksuniversiteit Groningen. Caspar Honders, de promotor van Luth, noemde de muziek wel de „protestantse achterhoek” van de kerk: daar mogen hymnologen en kerkmusici hun hobby, die in andere delen van de kerk irrelevant wordt gevonden, naar hartenlust beoefenen, zolang ze zelf hun rekeningen maar betalen.

Een aanbevelenswaardige publicatie en een mooi eerbetoon aan een markant wetenschapper.


Boekgegevens

”Bach, het kerklied en het orgel. Studies uit de kerkelijke ‘achterhoek’ aangeboden aan dr. Jan R. Luth”, Jaco van der Knijff, Justin Kroesen en Jan Smelik (red.); uitg. Koninklijke Vereniging van Organisten en Kerkmusici/Vereniging van Gereformeerde Kerkmusici, Steenwijk, 2016; ISBN 978 9082 489 71 2; 193 blz.; € 15,-; bestellen: www.kvok.nl


Lees ook:

-Afscheidssymposium Luth: In lutherse traditie brengt muziek tekst tot leven (RD 10-11-2016)

-Hymnoloog Jan Luth bij afscheid: Wij zijn verleerd protestantse erfenis goed te hanteren (RD 04-11-2016)

-Jan Luth: Bach is een oefening in nederigheid (RD 04-03-2011)

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer