Directeur Benno Tempel verwacht veel van het gesnuffel door de schrijver: „Ons museum zit vol mooie verhalen. Schrijvers herkennen en vertellen die als geen ander. Bovendien hoop ik dat de schrijvers iets nieuws toevoegen aan de collectie. Dat mag van alles zijn; van poëzie tot proza.”

Verhalen over een museum worden doorgaans vooral op een kunsthistorische manier verteld. „Schrijvers gaan veel meer intuïtief of associatief te werk”, aldus het Gemeentemuseum.

Miek Zwamborn ging Andriessen voor, hetgeen leidde tot een expositie met gedichten, Getemde hemel. Andriessen is al bij de fotocollectie geweest en dat zette hem reeds aan tot een ‘contrastvers’. „Daarin gaan de twee teksten de dialoog met elkaar aan”, vertelt hij.