”Daadkracht”: voor iedereen die met jongeren werkt
Het is goed om als ouder, leerkracht, catecheet, jeugdwerkleider of predikant toegerust te worden om met jongeren, in het bijzonder de doeners, om te gaan. ”Daadkracht” reikt daarvoor handvatten aan.
De auteur, godsdienstdocent Laurens Snoek, doet dat door middel van bezinnende ”prikkels” –gedachteprikkels– en praktische opdrachten, voorzien van een begeleidende tekst.
Het boekje ontstond uit de 53 ”prikkels” voor doeners die hij gedurende een jaar schreef in opdracht van de stuurgroep Doeners in de kerk, die bestaat uit de organisaties Driestar educatief, Erdee Media Groep en Landelijk Contact Jeugdwerk. Doel van het boekje is iedereen die met jongeren werkt praktische en bezinnende handvatten te geven.
De handzame uitgave is ingedeeld in drie categorieën. De eerste serie prikkels is vooral theologisch van karakter, de tweede meer pedagogisch of opvoedkundig, de derde overwegend didactisch of onderwijskundig. Op de linkerpagina’s staan de prikkels, met achtergrondinformatie. Op de rechterpagina geeft de schrijver een korte toelichting of een voorbeeld uit de praktijk.
Solide
Een van de prikkels luidt: „Een brug heeft stevige pijlers nodig.” Snoek ziet de volwassene functioneren als een brug tussen de wereld van de Bijbel en de wereld van de jongere. Wanneer is deze brug solide? Als die rust op de pijlers van kennis van de Bijbel, kennis van de leefwereld van jongeren en kennis van hoe je de Bijbelse boodschap goed op hen kunt overbrengen. Een concreet voorbeeld kan doeners goed helpen.
Dit is slechtst een van de zinvolle (denk)prikkels die te vinden zijn in ”Daadkracht”. Andere wijzen onder meer op het belang van geduld in het omgaan met jongeren, op de waarde van het lichaam en het belang van aandacht geven aan jongeren.
Ook wordt leidinggevenden de spiegel voorgehouden: „Onze daden zijn de beste argumenten.” En: „Veel doeners hebben aan een half woord genoeg”. Daarom klinkt de oproep om geen honderd woorden te gebruiken als je je boodschap ook met tien woorden kunt weergeven. Anders verdwijnt je boodschap in de woordenbrij. En als je een vraag met ja of nee kunt beantwoorden, begin je antwoord dan met ja of nee en geef pas daarna de reden(en).
Toeschouwer
Zijn alle prikkels en richtingwijzers even sterk? De ene spreekt meer aan dan de andere. Een training ”op toon Bijbellezen” organiseren in je woonplaats of regio lijkt me wat vergezocht. En of veel doeners er nu echt op zitten te wachten dat er veel met hen gezongen wordt, betwijfel ik.
De bedoeling van Snoek begrijp ik als hij een pleidooi voert om jongeren de tijd te gunnen om toeschouwer te zijn: „Dwing hen niet telkens tot meezingen, meelezen, meeschrijven en meebidden. Geef hun, binnen de grenzen van het fatsoenlijke, de tijd deze dingen eerst als toeschouwer mee te maken. Dat helpt hen om de betekenis ervan te ontdekken.” Zelf worstel ik dan wel met de vraag hoe dit zich verhoudt tot de indringende en liefdevolle klem van de lankmoedige God Die óók tegen jongeren zegt: Heden, zo jij Mijn stem hoort, verhard je niet, maar laat je leiden.
Ondanks deze opmerkingen kan iedereen die met jongeren werkt zijn winst doen met dit boekje om met daden bij te dragen aan de godsdienstige opvoeding van kinderen en jongeren. En dat in afhankelijkheid van Gods Geest, voor Zijn aangezicht en met gevouwen handen.
Boekgegevens
”Daadkracht”, Laurens Snoek; uitg. De Banier, Apeldoorn, 2016; ISBN 978 94 6278 937 1; 117 blz.; € 9,95.