Uiteindelijk bepaalt Moskou hoe de toekomst van Syrië eruitziet
Op 20 december kwamen in Moskou de ministers van Buitenlandse Zaken van Rusland, Turkije en Iran bijeen. Dat resulteerde in de Verklaring van Moskou, die een eind moet maken aan de Syrische oorlog. Een week later werd er in Syrië een staakt-het-vuren afgekondigd. Daar zijn er al veel van geweest – en men kan zich afvragen waarom een dergelijk bestand dit keer wél zal slagen.
Voorheen waren bestanden in Syrië altijd het resultaat geweest van Russisch-Amerikaanse onderhandelingen. Daarbij was altijd een belangrijke Russische eis dat gematigde milities werden gescheiden van al-Qaida. Dit mislukte steeds omdat de Verenigde Staten beweerden dat ze hiervoor meer tijd nodig hadden. In werkelijkheid ontvingen al deze milities echter hun orders uit Turkije.
Deze scheiding van radicale en gematigde milities is nu mogelijk geworden omdat Rusland en Turkije voor het oog op één lijn zitten. Beide landen hebben zich garant gesteld voor het uitvoeren van het huidige bestand, dat door een politiek proces gevolgd dient te worden. De Russische minister van Buitenlandse Zaken, Lavrov, nodigde alvast nadrukkelijk Donald Trump uit om na 20 januari deel te gaan nemen aan het politieke transitieproces in Syrië. Dit was een slag in het gezicht van president Obama, die in Moskou totaal genegeerd werd. De Turkse president Erdogan deed er nog een schepje bovenop door de huidige Amerikaanse regering ervan te beschuldigen dat ze terroristen steunde.
De Verklaring van Moskou stelt dat er in Syrië binnen achttien maanden presidentiële verkiezingen dienen te worden gehouden onder toezicht van de Verenigde Naties. Er wordt hier met geen woord gesproken over de Syrische president Bashar al-Assad.
Turkije schijnt zich erbij te hebben neergelegd dat Assad zich bij deze verkiezingen weer kandidaat zal stellen, in de overtuiging dat Assad vrije en eerlijke verkiezingen zal verliezen. Over anderhalf jaar zou echter weleens kunnen blijken dat dit een Turkse misrekening was, zoals vrijwel alle Turkse inschattingen over Syrië de afgelopen vijf jaar onjuist bleken te zijn.
Na lezing van de Verklaring van Moskou kunnen er twee conclusies worden getrokken. De eerste luidt dat de Syrische Koerden tot de verliezers behoren. Er is een lijst opgesteld van groepen en milities die participeren in het huidige bestand, maar de Koerdische YPG staat daar niet bij. Dit is duidelijk een concessie aan Turkije. Dat betekent dat Turkije in Syrië vrij spel heeft gekregen om af te rekenen met de Koerdische „terroristen.” Voor Rusland heeft dit het voordeel dat de enige werkelijke bondgenoot die de VS in Syrië hadden, wordt geëlimineerd.
De Verklaring van Moskou laat tevens zien dat de Russisch-Iraanse alliantie scheuren begint te vertonen. Iran wil doorgaan met de strijd in Syrië maar de Russische luchtsteun is hierbij onontbeerlijk. De Russische straaljagers staan echter aan de grond. Het illustreert dat uiteindelijk Moskou in Syrië aan de touwtjes trekt.