„Skeletten Maastricht van Franse musketiers”
De zeven skeletten die dinsdag in een tuin aan de Picardenstraat in Maastricht werden gevonden, liggen op een plek waar in de zeventiende eeuw fel strijd werd gevoerd tussen Franse troepen en verdedigers van de stad. Daarbij kwam onder meer de beroemde Franse musketier d’Artagnan om het leven.
Buurtbewoners vonden er naar eigen zeggen de afgelopen jaren oude munten uit de zeventiende eeuw in hun tuin. D’Artagnan was gardeofficier van de Franse Zonnekoning Lodewijk (Louis) XIV, die de belegering van Maastricht persoonlijk leidde. De Fransen bezetten Maastricht vervolgens van 1673 tot 1679.
Op 14 juni 1673 begonnen soldaten van Lodewijk XIV met de omsingeling van Maastricht. Onder leiding van hun ”capitaine-lieutenant” d’Artagnan bereidde de Eerste Compagnie van de ”Mousquetaires du Roi” zich voor op de bestorming van een bolwerk voor de Tongerse Poort. Dat gebeurde vlak bij de plek waar dinsdag zeven skeletten werden gevonden.
De Franse eliteofficier Charles de Batz de Castelmore, beter bekend als d’Artagnan, sneuvelde op 25 juni 1673 tijdens een nachtelijke aanval op de Tongerse Poort. Hij werd dodelijk in zijn hoofd getroffen door een musketkogel vanaf de nabije vestingsmuur rond Maastricht. Op 30 juni gaf de stad zich over.
Bij die bestorming van de Tongerse Poort vijf dagen eerder verloren volgens Franse bronnen uit die dagen meer dan honderd Fransen het leven.
Wat met het lichaam van d’Artagnan is gebeurd, is onbekend. Historische bronnen geven daarover geen uitsluitsel. Wellicht mede daarom kon zijn personage later uitgroeien tot mythische proporties. Dat is niet in de laatste plaats een verdienste van de Franse schrijver Alexandre Dumas, die naast d’Artagnan er nog drie musketiers bij fantaseerde, die echter nooit bestaan hebben.
Hoewel een oude vijand, eert Maastricht d’Artagnan als ware hij een eigen volksheld. Er staat zelfs een standbeeld van hem vlak bij de Tongerse Poort, waar hij is gesneuveld.
De skeletten die op de Picardenstraat zijn gevonden, gaan naar het Antropologisch Instituut in Leiden. Die instelling geeft binnenkort een antwoord op de vraag uit welke tijd de skeletten precies stammen.