De laatste dag
Titus 2:13
„Verwachtende de zalige hoop en verschijning der heerlijkheid van de grote God en onze Zaligmaker Jezus Christus.”
De gedaante van de wereld treft –zolang zij als groot voor onze ogen verschijnt– de ogen zo dat de heerlijkheid van God als het ware in de duisternis verborgen is. Maar Christus zal door Zijn komst alle rook van de wereld verdrijven, zodat niets meer de schittering van Zijn heerlijkheid verduistert, niets Zijn luister vermindert.
De Heere bewijst weliswaar dagelijks door Zijn werken Zijn majesteit, maar omdat de blindheid van mensen hen verhindert om haar waar te nemen, wordt gezegd dat zij in het duister verborgen zijn. Maar Paulus wil dat reeds nu in het geloof door de gelovigen in ogenschouw genomen wordt wat ten laatsten dage geopenbaard zal worden.
Paulus heeft er, nadat hij over de openbaring van de heerlijkheid van de grote God gesproken heeft, direct Christus aan toegevoegd, opdat wij zouden weten dat in Zijn Persoon die openbaring van de heerlijkheid voorhanden zal zijn.
Johannes Calvijn, predikant te Genève
(”Verklaring Timotheüs, Titus en Filemon”)