Naar de kerk in Eritrea en Qatar
In deze rubriek reflecteren buitenlandredacteuren van het RD op actuele gebeurtenissen in het buitenland. Vandaag: hoeveel vrijheid kunnen christenen hebben?
In Eritrea mogen christenen niet zomaar een kerk beginnen. Er zijn drie kerkgenootschappen toegestaan en daar moeten ze het mee doen. Legaal mag iemand rooms-katholiek worden, evangelisch-luthers of Eritrees-orthodox. Alle hoofdsmaken in het christendom zijn dus vertegenwoordigd.
Het beleid past helemaal bij een regime dat de volledige controle op de samenleving wil houden. Kerkgenootschappen zouden zomaar broedplaatsen van de oppositie kunnen worden. Daarbij komt nog het gevaar van buitenlandse beïnvloeding via zendingsorganisaties. Een dictatuur houdt niet van zulke dingen.
Het is duidelijk dat de Eritrese situatie in de strijd is met de vrijheid van godsdienst. De samenkomsten van christenen van vrije groepen worden op z’n best gedoogd, maar de bezoekers zijn vogelvrij. Het regime deinst er bovendien niet voor terug zich te mengen in de gang van zaken in de drie gevestigde kerken. Open Doors heeft Eritrea dan ook hoog op haar ranglijst christenvervolging staan.
Op weg naar Eritrea was ik recent kort in Qatar, een strikt islamitisch golfstaatje, waar buitenlanders echter vrijelijk naar de kerk kunnen. Lange tijd mochten christenen er geen kerken bouwen, maar rond de eeuwwisseling veranderde dat beleid. Er zijn nu enkele grote kerkgebouwen, waarin soms tientallen kerkelijke groepen samenkomen. In totaal gaat het om zo’n 75-80 groepen. Ze zijn allemaal netjes geregistreerd bij het Qatarese ministerie van Buitenlandse (sic) Zaken.
In Qatar mag het christendom zich opsplitsen in zo veel afdelingen als het maar wenst. De kerken zijn vaak georganiseerd naar nationaliteit en kerkelijke kleur. Het is een sympathiek beleid, dat de autoriteiten van Qatar echter direct duidelijk maakt hoe ongelooflijk versnipperd het christendom is.
Nu is het wel zo dat de situatie in Qatar totaal verschillend is van die in Eritrea. In Qatar wonen christenen van alle mogelijke achtergronden en nationaliteiten, in Eritrea vrijwel alleen Eritreeërs. Er is daar bovendien een kerk die ouder is dan de meeste westerse kerken: de Eritrees-orthodoxe.
Onwillekeurig bekruipt je even de gedachte dat het Eritrese beleid voor de eenheid van de christenheid nog niet zo gek is. In een situatie van volledige vrijheid zijn er zomaar tientallen kerken, zelfs in een land als Qatar. Kunnen christenen eigenlijk wel met die vrijheid omgaan? Wegen bepaalde inzichten echt zo zwaar dat er op den duur een 75e groepje moet worden gestart? „Beste sjeik, wilt u ook dit kerkje nog even registreren?”
Om allerlei redenen deugt het Eritrese beleid niet, daarover hoeft geen discussie te zijn. Maar om allerlei redenen deugt ook de praktijk niet als men de teugels laat vieren. Daar kunnen we in Nederland aardig over meepraten.